Grondwater

Grondwater is water in de grond. Als het veel regent, kan het grondwater stijgen. Als het een tijd droog weer is, dan daalt het grondwater. Ook door bouwprojecten of blokkades in de afvoer van het water kan de hoogte veranderen.

Grondwateroverlast op eigen perceel

Als het grondwater te hoog staat, kan dit voor problemen in uw tuin of huis zorgen. In uw tuin kunnen plassen blijven staan, in uw huis kunt u last hebben van vochtige kelders of kruipruimtes. Op uw eigen perceel bent u zelf verantwoordelijk voor het voorkomen en oplossen van grondwateroverlast. Er zijn veel eenvoudige oplossingen om iets te doen aan vocht in huis.

Grondwater stopt niet bij de perceelgrens. Problemen met grondwater pakken we daarom vaak samen aan.

Grondwateroverlast in de openbare ruimte

We doen onderzoek naar het grondwater en de stand van het grondwater. Als er structurele grondwateroverlast is, nemen we maatregelen om de grondwaterstand te verlagen of juist te verhogen. Dat doen we vaak in samenwerking met het waterschap of de provincie. We kunnen de grondwaterstand verlagen door bijvoorbeeld drainage in de straat aan te leggen. Dit doen we in combinatie met andere werkzaamheden in de straat, zoals rioolvervanging. Het permanent verlagen van de grondwaterstand kan ook nadelige bijeffecten veroorzaken, zoals zetting van de bodem. Hierdoor kunnen scheuren ontstaan in (vaak oudere) gebouwen zonder paalfundering. We nemen alleen maatregelen als ze voldoende effect hebben op de grondwaterstand en als er geen schade aan de bestaande bebouwing kan ontstaan door zetting.

Grondwatermeetnet

Het grondwatermeetnet is een meetnet van locaties waar met peilbuizen grondwaterstanden en stijghoogten (grondwaterdruk onder de kleilaag) gemeten worden. Ook geeft het informatie over de stromingsrichting van het grondwater. Daarnaast gebruikt de gemeente de gegevens voor onderzoek naar de oorzaken en mogelijke oplossingen voor grondwateroverlast.

Op basis van metingen zijn 3 kaarten gemaakt:

  1. Kaart met lage grondwaterstanden in Utrecht 2019 (pdf, 2 MB)
  2. Kaart met gemiddelde grondwaterstanden in Utrecht 2019 (pdf, 2 MB)
  3. Kaart met hoge grondwaterstanden in Utrecht 2019 (pdf, 2 MB)

De gegevens van het grondwatermeetnet kunt u opvragen via DINOloket.nl.

Hoe leest u de kaarten van de grondwaterstanden?

Op de kaarten staan lijnen die gebieden aangeven met dezelfde grondwaterstand (isohypsen).  Zo krijgt u een algemeen beeld van de grondwaterstanden in Utrecht. De grondwaterstanden zijn in meters ten opzichte van het NAP (Normaal Amsterdams Peil). Om te berekenen hoe hoog het grondwater staat, hebt u ook nog de hoogte van het maaiveld nodig. De hoogte van het maaiveld kunt u opzoeken op de website van Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN).

Bodemlagen: ‘eerste watervoerende pakket’

Op de kaarten komt u het begrip ‘eerste watervoerende pakket’ tegen. Dit heeft te maken met de doorstroming van grondwater (geohydrologie) door verschillende lagen van de bodem. Van boven naar beneden, ook te zien op de schematische afbeelding:

  • De bovenste laag (stedelijke ophooglaag ) noemen we het ‘bovenste (freatisch) watervoerende pakket’.
    • Watervoerende pakketten laten redelijk tot goed water door en bestaan vaak uit zand of grind. Water kan hier horizontaal doorheen stromen.
  • Onder deze bovenste laag liggen lagen van klei of veen.
    • Klei- en veenlagen noemen we ‘waterscheidende lagen’. Deze lagen laten slecht water door, het grondwater stroomt hier verticaal naar boven of beneden.
  • Onder de klei- en veenlagen ligt het ‘eerste watervoerende pakket’ en wordt ook wel het ‘pleistocene zandpakket’ genoemd: een zandlaag die in het tijdperk Pleistoceen is ontstaan.

Deze opbouw van de bodem is niet overal hetzelfde. Rivieren zijn bijvoorbeeld van grote invloed op de bodemopbouw. Het verschilt per wijk en zelfs binnen een wijk of er een slecht-waterdoorlatende laag van klei of veen aanwezig is. Als er een in een wijk zo’n klei- of veenlaag aanwezig is, maakt dat de kans op grondwateroverlast groter.

Andere grondwaterstanden in verschillende bodemlagen

De grondwaterstanden die op de kaarten zijn af te lezen, zijn de grondwaterstanden (ook wel stijghoogten) in het ‘eerste watervoerend pakket’. Deze grondwaterstanden kunnen anders zijn dan de grondwaterstanden in de bovenste bodemlaag (op de afbeelding aangegeven als ‘toplaag’).

Het kan dat de grondwaterstand uit het lager liggende ‘eerste watervoerend pakket’ omhoog komt tot boven de grondwaterstand in de bovenste laag. Dit water noemen we ‘kwelwater’. Deze situatie komt vaker voor in gebieden die laag liggen, zoals naast rivieren of in polders. Deze situatie is te zien aan de linkerkant van de afbeelding.

In Utrecht is op de meeste plekken sprake van een situatie waarin de grondwaterstand in de bovenste laag hoger is dan de stand in het eerste watervoerend pakket. Dit komt doordat regenwater blijft liggen op de bovenste ‘waterscheidende laag’ van klei of veen. Dit is te zien aan de rechterkant van de afbeelding. Het is niet mogelijk kaarten te maken voor de grondwaterstand in de toplaag, omdat grondwaterstanden lokaal enorm kunnen verschillen.

Hulp en contact

Telefoon

14 030

Maandag t/m vrijdag 8.30 – 17.30 uur