Gesprekken over de toekomst van Utrecht

Hoe zien inwoners de toekomst van Utrecht? Dit wilden we horen van onze inwoners. We gebruiken de reacties om de stedenbouwvisie van Utrecht te maken.

Waarom we dit willen weten

We willen dat er voor iedere Utrechter passende en betaalbare woningen zijn. Daarom bouwen we er de komende jaren duizenden woningen bij. De toename van woningen gaat samen met de groei van parken, werkgelegenheid, scholen, voorzieningen, fietspaden, stoepen en straten voor duurzaam verkeer en vervoer.

We bespraken met Utrechters van nu en van de toekomst wat de ontwikkelingen voor hun leven en woonomgeving betekenen. En hoe we kunnen zorgen dat Utrecht ook over 20 jaar een fijne stad is om in te wonen, werken en te verblijven. Waar moeten we dan extra op letten?

Ronde 1: online vragenlijst en straatinterviews

In de zomer van 2023 gaven 4653 mensen antwoord op verschillende vragen. Dit deden ze via een online vragenlijst of tijdens een straatinterview.

Belangrijkste uitkomsten ronde 1

De volgende 3 belangrijke onderwerpen kwamen naar voren. Over deze onderwerpen gingen we in ronde 2 verder in gesprek met Utrechters.

Zowel in de vragenlijsten als tijdens de straatinterviews gaven Utrechters aan groen heel erg belangrijk te vinden. Een groot deel van de deelnemers geeft aan meer groen in de buurt te willen (84%). De leeftijdscategorie 26-35 en de wijken Noordwest, Zuidwest en Binnenstad springen eruit. Zij hebben het meest behoefte aan meer groen in hun directe omgeving.

Er is wel verschil per leeftijdscategorie als het gaat om de invulling van nieuw groen. Zo wil de een bijvoorbeeld een groen hofje en een ander juist een stadspark. Ook is er behoefte aan meer groen tussen bouwblokken, maar ook in straten en op daken. Het aanpassen aan de verandering van het klimaat (klimaatadaptatie) vinden mensen belangrijk. Dit geldt ook voor het tegengaan van hittestress. 

Verder geven deelnemers aan dat groen ook gebruikt kan worden om meer ontmoetingsplekken te maken. En als ruimte om te ontspannen. Deelnemers vinden dat we zo weinig mogelijk bomen moeten kappen en om bestaand groen heen moeten bouwen.

Maar er is ook kritiek: mensen vinden openbaar groen nu vaak rommelig: wie gaat nieuw groen onderhouden? En wie heeft aandacht voor toegankelijkheid en (verkeers-)veiligheid? Verder valt op dat veel deelnemers liever groen in de straat (72%) willen in plaats van parkeren in de straat (28%). Leeftijd lijkt hier bijna niet uit te maken. Er zijn ook zorgen over het parkeren: hoewel mensen graag groen zien willen zij ook hun auto dicht bij huis kunnen parkeren.

Veel Utrechters zien graag een levendige stad. Dat betekent gevarieerde wijken met ruimte voor ontmoeten, ontspannen, sport en recreatie, cultuur, evenementen, horeca en winkels. Tegelijkertijd geeft 70% aan meer rustige plekken in de buurt te willen. En 61% wil meer ruimte voor ontmoeting in de buurt.  

Als het gaat om meer horeca, winkels, sportfaciliteiten en cultuur, dan zien we dat mensen verschillende wensen hebben. Zo ziet de leeftijdscategorie 26-35 graag meer horeca en winkels in de buurt (64%), maar ziet 66% boven de 65 jaar dit weer niet zitten. Ook als het gaat om meer ruimte om te sporten en meer ruimte voor cultuur in de buurt zien we verschillen tussen jong en oud.

De toekomstige ontwikkeling van Utrecht is een onderwerp dat leeft en waar iedereen een mening over heeft. Onder de deelnemers zien we dan ook veel verschillende antwoorden. Zo wil de leeftijdscategorie 18-25 meer woningen in de buurt (63%), terwijl de andere leeftijdscategorieën aangeven hier geen behoefte aan te hebben. Tegelijkertijd geven deelnemers in de straatinterviews aan de noodzaak voor meer woningen te begrijpen. Veel mensen kennen wel iemand die een woning zoekt. Ook willen deelnemers liever niet dat er kantoorruimtes in de eigen buurt bijkomen. Een vraag die leeft is hoe we het Utrechtse karakter kunnen behouden.

Wat betreft hoogbouw zijn deelnemers van alle leeftijden het met elkaar eens: tussen de 5-10 verdiepingen hoog bouwen (15-30 meter) kan prima (79%), maar hoger bouwen dan de Dom zien ze niet zitten (70% is tegen). Vooral de leeftijdscategorieën 18-25 en 26-35 zijn positief over hoogbouw. Over het algemeen snappen deelnemers de noodzaak om hoger te bouwen. Aandacht voor inpassing en architectuur is iets wat we vaak terugkregen. Ook werd de link met groen hier met grote regelmaat gelegd: hoogbouw is prima als er ook een groene buitenruimte van hoge kwaliteit komt. Als er gebouwd wordt, zorg dan ook dat voorzieningen meegroeien. En heb oog voor de menselijke maat. 

Deelnemers maken zich zorgen om de veranderende stad. Naast zorgen om verrommeling en verkeersveiligheid is de wens tot meer ontmoeting veel gehoord. Ook vinden deelnemers dat nieuwe bewoners zorgen dat er minder eenheid in de buurt of wijk is als hier onvoldoende aandacht voor is. De laatste jaren zijn juist voorzieningen waar je elkaar kunt ontmoeten, zoals buurthuizen en plekken voor jongeren gesloten, terwijl de wens tot ontmoeting groot is. Maak meer gebruik van de ervaring van huidige bewoners bij de ontwikkeling van de buurt. Deze ervaringsdeskundigen weten vaak wat er speelt en wat goed is voor hun buurt.

Resultaten online vragenlijst (zomer 2023)

Waar hebt u behoefte aan in uw buurt? 

Wat wilt u in uw buurt?
Behoefte Nee Ja
Meer groen 16% 84%
Meer horeca/winkels 48% 52%
Meer ruimte om te sporten 53% 47%
Meer ruimte voor cultuur 41% 59%
Meer ruimte voor ontmoeting 39% 61%
Meer rustige plekken 30% 70%
Meer werkplekken 62% 38%
Meer woningen 63% 37%

Wat spreekt u aan als vernieuwende woonvorm?

Wat hebt u liever?
Keuze A B
 
  • A: Een grotere woning met eigen voorzieningen
  • B: Een (kleinere) woning met gedeelde voorzieningen
 
66% 34%
Hoe wilt u wonen?
Keuze Nee Ja
Ik wil in de toekomst gedeeld wonen met meerdere vrienden 70% 30%
Ik wil in de toekomst onder 1 dak kunnen wonen met mijn ouders of mantelzorgers 65% 35%
Ik wil zelf mijn huis kunnen bouwen 61% 39%

Welk soort groen ziet u graag in de toekomst?

Wat hebt u liever?
Keuze A B
 
  • A: Een stadspark
  • B: Een rustig hofje
 
55% 45%
 
  • A: Natuur in de stad waar ik doorheen kan wandelen
  • B: Meer natuur als leefomgeving voor planten en dieren
 
50% 50%
 
  • A: Een groenere straat
  • B: Groenere tuinen en daken
 
69% 31%

 Hoe ziet uw ideale straat eruit?

Waar wilt u wonen?
Keuze Nee Ja
In een straat met woningen en bedrijven 56% 44%
In een straat met woningen, horeca en winkels 37% 63%
Wat hebt u liever?
Keuze A B
 
  • A: Parkeren in de straat
  • B: Groen in de straat
 
28% 72%

Hoe hoog vindt u dat we in Utrecht kunnen bouwen?

Wat vindt u passend in Utrecht?
Keuze Nee Ja
Gebouwen met meer dan 25 verdiepingen (70+ meter), op enkele plekken 46% 54%
Gebouwen met meer dan 50 verdiepingen (150+ meter), op enkele plekken 69% 31%
Gebouwen tussen de 10 en 25 verdiepingen  46% 54%
Gebouwen tussen de 5 en 10 verdiepingen  21% 79%

Hoe zou u willen bouwen in de bestaande stad?

Wat hebt u liever?
Keuze A B
 
  • A: Een aantal verdiepingen boven op een bestaand gebouw
  • B: Een modern nieuw gebouw tussen de bestaande gebouwen
 
42% 58%
 
  • A: Een paar verdiepingen hoger dan de huizen die er al staan
  • B: Ongeveer 2 keer zo hoog als de huizen die er al staan
 
76% 24%
 
  • A: Een verdieping in dezelfde stijl
  • B: Een verdieping in een andere stijl boven op de bestaande huizen
 
77% 23%
 
  • A: Ongeveer dezelfde hoogte en stijl als de huizen die er al staan
  • B: Variatie in bouwstijl met ongeveer dezelfde hoogte huizen die er al staan
 
37% 63%

Het oog wil ook wat!

Wat kiest u?
Keuze Nee Ja
Een groene toren 22% 78%
Een moderne openbare ruimte 15% 85%
Een natuurlijke openbare ruimte 2% 98%
Een openbare ruimte met waterelementen 12% 88%
Een opvallend hoog gebouw in de binnenstad 72% 28%
Een opvallende openbare ruimte waar u ook kunt sporten 25% 75%
Een slanke toren 56% 44%
Een spectaculaire top waar u dingen kunt doen 32% 68%
Een subtiele top die een klein beetje anders is dan de rest van de toren 38% 62%
Een top die langzaam smaller wordt 41% 59%
Een top met een bijzondere vorm 45% 55%
Een toren met een uitgesproken vorm 44% 56%

Hoe oud waren de deelnemers?

Wat is uw leeftijd?
Leeftijd Percentage
Onder de 18 jaar 2%
18-25 jaar 9%
26-35 jaar 27%
36-50 jaar 28%
51-65 jaar 23%
Ouder dan 65 jaar 11%

Waar wonen de deelnemers?

Waar woont u?
Wijk Percentage
Binnenstad 9%
Buiten Utrecht 7%
Leidsche Rijn 9%
Noordoost 12%
Noordwest 13%
Oost 10%
Overvecht 4%
Vleuten-De Meern 7%
West 11%
Zuid 9%
Zuidwest 8%
Weet ik niet 1%

Bekijk de raadsbrief 'Uitkomsten enquête toekomstgesprekken stedenbouwvisie voor Utrecht' (4 oktober 2023)

 

 

Ronde 2: verdiepende gesprekken

Met de resultaten van ronde 1 bepaalden we de onderwerpen voor ronde 2. Hierover gingen we op allerlei manieren en momenten in gesprek met verschillende (groepen) Utrechters.

Belangrijkste uitkomsten ronde 2

De volgende 4 kwaliteiten vinden Utrechters belangrijk bij het ontwikkelen en inrichten van de stad. Deze kwaliteiten werken we verder uit in de stedenbouwvisie. 

Richt de beschikbare ruimte zo groen en zo gevarieerd mogelijk in. Heb aandacht voor klimaatverandering, zon en wind. Groen zorgt voor een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving.

Zet de mens voorop bij het ontwerpen van gebouwen en omgeving. Maak voorzieningen op loopafstand en toegankelijk voor iedereen. Ruimtes moeten open en uitnodigend zijn. Laat Utrechters meedoen met het ontwerpen en inrichten van hun omgeving.

Zorg dat de ruimte in en om gebouwen fijn en veilig is, met plekken waar mensen kunnen samenkomen. Dat zorgt voor onderlinge verbondenheid en sociaal contact.

Behoud het eigen karakter van dorpen, wijken en buurten. Creëer diversiteit in soorten woningen en voorzieningen. Zorg voor rustig wonen en levendigheid dichtbij.

Verslagen bijeenkomsten (najaar 2023)

Ruim 100 studenten van Hogeschool Utrecht, ROC Midden Nederland, Universiteit Utrecht en MBO Utrecht werkten 5 dagen lang aan ontwerpoplossingen voor onder andere meer vergroening en leefbaarheid. Ze gingen in gesprek met bewoners, opdrachtgevers en experts en deden dit voor 4 wijken:

  1. Cartesius
  2. Utrecht Science Park
  3. Overvecht
  4. Utrecht-Oost

1. De Challenge

Utrecht werkt aan een duurzame en gezonde toekomst. Met een ambitieuze ruimtelijke strategie en de ontwikkeling van een nieuwe stedenbouwkundige visie zet de stad koers uit voor gezond stedelijk leven voor iedereen in deze snelgroeiende stad. En daar kan iedereen aan bijdragen.

De studenten gingen in gesprek met bewoners, opdrachtgevers en experts op zoek gingen naar vernieuwende ideeën. Ook leren ze zichzelf en de andere studenten goed kennen en ontwikkelden nieuwe vaardigheden, reden dat de challenge ook onderdeel is van MDT Utrecht. In de challenge droegen studenten ook bij aan de Toekomstgesprekken van gemeente Utrecht, waarbij de gemeente met haar inwoners in gesprek is over de inrichting van de toekomstige stad. De gesprekken met inwoners tijdens de challenge gaven daar ook weer nieuwe inzichten voor.

Het resultaat? Nieuwe inzichten, leuke nieuwe contacten en mooie reeks oplossingen die de stad dan 100 studenten denken mee over een duurzame toekomst voor Utrecht. De Sustainable City Challenge richtte zich op de thema’s gezond stedelijk leven, vergroening en klimaatadaptatie, welzijn en betrokkenheid en actieve mobiliteit. De inzet en creativiteit van de studententeams hebben geleid tot mooie en concrete oplossingen. 

De 4 winnende oplossingen, één voor elke wijk, dragen bij aan meer rust, ontspanning en contact in Cartesius, groene ontmoetingsplekken op het Utrecht Science Park, gezondere mobiliteit in Utrecht-Oost en meer (sportief) sociaal contact tussen bewoners van Overvecht rond SVO De DREEF. Tijdens de finale maakte burgemeester Sharon Dijksma deze 4 winnende concepten bekend namens alle betrokken organisaties en de betreffende wijken. Komende tijd worden de beste ideeën samen met partners in de wijk verder uitgewerkt - met hulp van studenten - en waar mogelijk ook doorontwikkeld.

In dit verslag gaan we dieper in op de duurzaamheidsvraagstukken waarmee de studenten aan de slag zijn gegaan en de waarde van de oplossingen voor de stad Utrecht. Opdrachtgevers delen hun perspectieven en studenten delen hun ervaringen. Ontdek de innovatieve oplossingen die zijn bedacht en lees hoe we, in samenwerking met partners, bewoners en studenten, Utrecht hiermee weer iets duurzamer willen maken.

2. De aanpak

Om oplossingen te ontwerpen die daadwerkelijk aansluiten bij de wereld van de Utrechters, wordt er tijdens de Sustainable City Challenge gewerkt ontwerpgericht gewerkt, met hulp van design thinking, social design en met een sprint van 5 dagen. Hiermee ontwikkelen studenten nieuwe ideeën om een vraagstuk mee op te lossen samen met bewoners. Die oplossing wordt hiermee gevonden in de échte ervaringen van de doelgroep. Die doelgroep staat centraal door het vraagstuk telkens dat er ook gekeken wordt naar de context van de doelgroep om bijvoorbeeld een goede marktbenadering te realiseren.

De methode bestaat uit 5 aangegeven fasen die doorlopen worden: 

  1. Inleven
  2. Begrijpen
  3. Ideeën bedenken
  4. Prototype maken
  5. Testen
Ervaring van de coaches

De coaches van de challenge begeleiden studenten tijdens de week in dit proces; in het nemen van de juiste stappen, in het contact met inwoners en betrokken organisaties en in de samenwerking onderling met alle verschillende achtergronden, expertises en meningen.

Coach Jasper vindt het inspirerend om te zien dat op de eerste dag de studenten vaak ‘overwhelmed’ zijn. ‘’We kunnen zo’n groot vraagstuk toch niet in 1 week oplossen!’’. 5 dagen later staan ze in de finale met een uitgewerkt idee hun prototype te presenteren. Binnen een week hebben ze het hele traject afgelegd waarbij ze eindigen met een mooie pitch. De coaches vertellen dat de studenten echt naast elkaar staan en samen werken naar hun eindconcept. Iedereen draagt bij vanuit zijn of haar eigen expertise.

3. De vraagstukken

3.1 De 4 vraagstukken

Tijdens de challenge werkten studenten in teams aan 4 verschillende vraagstukken, voor de Utrechtse wijken Overvecht, Utrecht-Oost, Cartesius en Utrecht Science Park. Twee van de opdrachtgevers lichten hierna hun vraagstuk toe. Een van de opdrachtgevers van Utrecht Science Park is Stephan Troost. De hoofdvraag bij het thema ‘klimaatadaptatie’ is: Hoe kunnen we de Heidelberglaan vergroenen?

Als je over de Heidelberglaan loopt, waai je soms bijna weg door de luchtgaten. Overal waar je kijkt zie je steen en beton, je bent er mee omringd. De opdracht vanuit opdrachtgever Utrecht Science Park is dan ook: hoe kunnen we de Heidelberglaan vergroenen. Zij willen meer groen voor klimaatadaptatie. Hierbij gaat het natuurlijk niet alleen om de Heidelberglaan, dit groen heeft ook invloed op het gehele USP.

3.2 Frisse ideeën en duurzaam ontwerp voor Utrecht Science Park

Als je binnen een organisatie als de universiteit iets wil bewerkstelligen moet je vaak een lang traject in met veel schakels. De Universiteit, en het Utrecht Science Park in zijn geheel, wordt voor 80 procent bezocht door twintigers. Het is dus ook heel belangrijk om deze generatie mee te laten denken over het vergroenen van het USP. Volgens Stephan kan de organisatie op deze manier weer even terugschakelen naar de praktijk en met kleine ideeën beginnen. De studenten krijgen in de Sustainable City Challenge alle ingrediënten om te komen tot een tof idee.

Stephan is behoorlijk onder de indruk van de inzet van de studenten: "De manier waarop ze zich hebben verdiept in het gebied. Zo zijn ze ook ontzettend bewust van het feit dat we een modulaire oplossing nodig hebben voor dit gebied. Het USP is constant aan verandering onderhevig en het is Heel fijn als hun design duurzaam is. Dat we het kunnen gebruiken ondanks dat de ruimte verandert."

Interdisciplinaire teams

De Interdisciplinaire teams zorgen volgens Stephan voor een mooie mix tussen meer praktijkgerichte studenten en analytische studenten. Hij merkt op dat de ene student een meer analytische vraag stelt en de ander weer praktisch gericht. De praktijkgerichte insteek is ook goed voor de ontwerpfase. De analytische mensen kunnen dan juist net weer die kritische vraag stellen in het ontwerpproces. Dat is een mooie aanvulling op elkaar.

3.3 Inspiratie voor gezonde en hechte communities voor Cartesius

Lisa Schrijvers en Marja van Reijn zijn de 2 opdrachtgevers vanuit Cartesius, wat valt onder het thema ‘Gezond Stedelijk Leven’. In de teams van Cartesius denken studenten na over de invulling van de Community spaces van de heel recent gebouwde nieuwbouwwijk Cartesius in Utrecht. 

Cartesius doet inspiratie op in de Blue zones Lisa Schrijvers: ‘’Hoe kunnen we community spaces zo creëren zodat ze ontspanning, rust, zingeving en samenhorigheid waarborgen. Dit zijn allemaal thema’s die wij denken dat anderen belangrijk vinden in een gezamenlijke ruimte. Dit hebben mensen nodig om zich thuis te voelen. Het helpt ook als je weet wie je buren zijn, zodat je eenvoudiger een beroep op elkaar kan doen.’’

Het idee van deze hechte communities binnen een woonomgeving zijn geïnspireerd op de zogenaamde blue zones. De zogenaamde blue zones staan voor de 5 plekken op de wereld waar mensen langer en gezonder leven dan ergens anders op de wereld.

Gezonde en duurzame leefstijl

De vraag die de opdrachtgevers zichzelf geregeld stellen; hoe kunnen we het welzijn van de toekomstige bewoners bevorderen met minder impact op de aarde? Als we dat willen bewerkstelligen moeten we veranderen. Idealiter willen ze dat het vanzelfsprekend is dat de bewoners gezond en duurzaam (gaan) leven. Het moet ook kunnen integreren met de leefstijl van de bewoners zelf. De opdrachtgevers van Cartesius willen in samenspraak met de bewoners een gezonde en duurzame leefstijl faciliteren dichtbij huis. Meer weten over de blue zones? Bekijk vooral de documentaire op Netlix, genaamd: Live to 100, secrets of the blue zones.

4. De Oplossingen

4.1 Een groener en meer verbonden Utrecht Science Park
  • Vraagstuk: Hoe creëren we (natuurlinclusieve) klimaatbestendige buitenruimte die uitnodigt voor ontmoeting voor gebruikers en bewoners van het USP?
  • Opdrachtgever: Universiteit Utrecht – Campus Development
  • Locatie: Utrecht Science Park
Winnaar: Mosscape (oplossing 1)

Natuurinclusieve werkplekken als ontmoetingsplaatsen voor studenten en medewerkers. Mosscape-zitplaatsen, geschikt voor 1 of 2 personen, zijn verplaatsbaar en flexibel op elke locatie.De Mosscape-wanden bieden privacy en rust, terwijl het dak beschutting biedt tegen zon en wind. In de winter kan Mosscape worden omgekeerd en transformeren tot een decoratieve mosheuvel voor een groenere uitstraling. Het ontwerp bestaat uit gerecyclede materialen zoals kurk of plastic, bedekt met mos. Mos verbetert de luchtkwaliteit, verfraait de omgeving (waardoor stress vermindert) en dempt geluid.

Er is een mooie kans om Mosscape te koppelen aan de Botanische Tuinen van Utrecht. De binnenkant van de Mosscape-zitplaats kan worden versierd met illustraties van planten en dieren uit de tuinen, met een link naar de website en een beschrijving van wat de tuinen te bieden hebben voor studenten. Zo worden gebruikers gestimuleerd om meer te leren over het gebied en contact te maken met de natuur door de Botanische Tuinen te bezoeken.

Oplossing 2: The rainbow roof

Aangelegde daken die enkele van de groene gebieden op  overdekte tunnels creëren.

Oplossing 3: The Backyard

Een groene oase midden in het Utrecht Science Park.

Oplossing 4: Green Unite

Functionele mobiele en aanpasbare ruimtes op het Utrecht Science Park als centrum voor verbinden en onderzoeken. Green Unit gaat niet alleen over het aanpakken van klimaatadaptatie; het gaat ook om de zorg voor het mentale welzijn van onze studentengemeenschap.

Oplossing 5: Social Hub

Groene muren om de omgeving te koelen.

4.2 Ruimte maken voor rust en ontspanning in Cartesius
  • Vraagstuk: Hoe zorgen we voor een gezonde en leefbare nieuwe wijk met ruimte voor rust en ontspanning waarbij bewoners het initiatief hebben?
  • Opdrachtgever: Cartesius Consortium (MRP en Ballast Nedam Development)
  • Locatie: Utrecht Cartesius
  • Thema: Gezond stedelijk leven
Winnaar: LIV (oplossing 1)

Community spaces voor rust en ontspanning, geïnspireerd op de Blue Zones, waar het Cartesius Concept met de 8 pijlers dragers zijn voor de gebiedsontwikkeling.

LIV. is een concept dat gericht is op het creëren van een gezonde community in Cartesius. Het maakt gebruik van democratische verkiezingen om alle bewoners de mogelijkheid te geven om hun directe openbare leefruimte vorm te geven. Door voortdurende deelname wordt betrokkenheid en identificatie 
met de gemeenschap bevorderd.

De buurt wordt opgedeeld in wijken en huizen, waarbij iedere bewoner kan stemmen over wat er gebeurt in hun community spaces, maar ook op grotere schaal voor de hele wijk en het CAB-gebouw. Stemmen vinden plaats via de Cartesius-app maar ook fysiek voor mensen die niet zeker genoeg zijn 
met technologie. Een community manager zal het proces aanvankelijk stimuleren, waarna de community zelf verantwoordelijk wordt. Dit concept zorgt voor langdurige betrokkenheid en helpt bij het creëren van een community waar bewoners zich thuis voelen.

Oplossing 2: Emphaty=key!

Een tentoonstelling van de bewoners van Cartesius om zo bij te dragen aan meer begrip en verbondenheid in de buurt.

Oplossing 3: 8 community spaces

8 community spaces waar bewoners met dezelfde passies en interesses elkaar ontmoeten.

Oplossing 4: Escape your routine

Escape your routine is een meeslepende omgeving, geïnstalleerd in het CAB-gebouw, waarin een persoon kan binnenlopen en een spel over duurzaamheid kan spelen, waarbij de keuzes die ze maken de uitkomst van het verhaal veranderen.

Oplossing 5: Cartesius Garden

Buren bundelen krachten in de gezamenlijke tuin, waar groepjes van 5-10 buren een stukje grond verbouwen en de oogst delen voor gemeenschappelijke maaltijden.

4.2 Een ontmoetingsplaats voor meer verbinding in Overvecht
  • Vraagstuk: Hoe zorgen we dat SVO De Dreef een (sportieve) ontmoetingsplaats wordt voor jongeren in de buurt?
  • Opdrachtgever: SVO DE DREEF
  • Locatie: Utrecht Overvecht
  • Thema: Welzijn
Winnaar: Chatball (oplossing 1)

De voetbal met vragen erop als gespreksstarter om de verbinding in Overvecht bij SVO DE DREEF te versterken.

Om het gesprek op gang te brengen is een voetbal ontwikkeld met verschillende vragen erop. De bal kan in meerdere situaties effectief zijn.

  1. Ten eerste kunnen vrijwilligers bewoners op straat benaderen met de bal om gesprekken te starten over dingen die leven in de buurt en bewustwording te verspreiden over de club en haar activiteiten.
  2. Ten tweede kan deze bal worden gebruikt bij bestaande en toekomstige activiteiten, naast wat al wordt aangeboden. Door vragen aan te bieden die de uitdagingen in de buurt aan de orde stellen, meer mensen bereid zullen zijn om actie te ondernemen. Door positieve vragen aan te bieden, kunnen bewoners delen waarom ze van Overvecht houden en de buurt willen verzorgen.
Oplossing 2: Op Dreef!

De jaarlijkse Op Dreef! beurs in Utrecht Overvecht viert dediversiteit van de buurt en brengt bewoners samen. Het biedt bewoners een mooie gelegenheid om het diverse aanbod te verkennen, variërend van smakelijke multiculturele gerechten tot spannende sporten en zinvolle vrijwilligersmogelijkheden.

Oplossing 3: The ChangeMakers Calander

Een jaarlijkse activiteitenkalender gericht op het creëren van verbondenheid en eigenaarschap binnen de buurt. Het project bouwt voort op bestaande activiteiten, zoals barbecues en kinderactiviteiten, maar voegt elementen toe om een jaarlijks project te vormen.

Oplossing 4: Youth Unity Initiative

Oudere en jongere kinderen worden met elkaar verbonden op basis van dezelfde interesses. Dit kan worden gedaan door SVO de Dreef te verbinden met verschillende scholen in
Overvecht.

4.3    Aandacht voor actieve mobiliteit in Utrecht-Oost
  • Vraagstuk: Hoe stimuleren we actieve vormen van vervoer?
  • Opdrachtgever: Goedopweg
  • Locatie: Utrecht Oost
  • Thema: Duurzame mobiliteit
Winnaar: Kidical Active (oplossing 1)

Door community building en een speelse strategie te implementeren, moedigt Active kinderen aan om elke dag naar school te lopen. 95 procent van de ouders woont dichtbij de school van hun kinderen. Gemiddeld is het een wandeling van 600 meter. Toch zien we dat 6 op de 10 ouders hun kinderen met de auto naar school brengen omdat ze bang zijn om hun kinderen alleen te laten lopen. Met dit gedrag normaliseren we kort autorijden. We moeten dit gedrag veranderen. Kinderen die lopend of fietsend naar school gaan, hebben een grotere kans om die gewoonte aan te houden naarmate ze ouder worden. Laten we actief worden en lopen weer leuk maken!

Oplossing 2: Active Streets

Straten anders inrichten, met minder auto’s in het zicht, vergroot de afstand tot auto’s, wat leidt tot een voorkeur voor actievere mobiliteit zoals lopen en fietsen voor met name de korte afstanden. Dit herontwerp biedt niet alleen een groenere omgeving, maar creëert ook ruimte voor actieve mobiliteit in de straten.

Op 7 en 20 november organiseerden we 2 verdiepende toekomstgesprekken voor Utrechters en andere geïnteresseerden. Beide gesprekken hadden dezelfde opzet, alleen de locatie verschilde. Doel van de avonden was om in gesprek te gaan over de 3 thema’s die bij de eerste ronde belangrijk werden bevonden. En was om uiteindelijk ontwerpprincipes voor de toekomstige inrichting van de stad te formuleren. Tijdens het eerste gesprek op 7 november 2023 gingen we in gesprek met 40 deelnemers.

Plenair begin: talkshow tafelgesprek 

Op de vraag van de gespreksleider aan de aanwezige inwoners over ‘Wat zou je over 10 jaar in Utrecht meer terug willen zien?” kwamen 3 reacties:

  • Milieuvriendelijk
  • Inclusief
  • Ruimte voor de 3 dorpen in de gemeente

Op de vraag van een inwoner aan de wethouder “Waarom groeien we door met 100.000 inwoners?” antwoordde de wethouder: “Dit is een demografisch cijfer, het is de verwachting dat Utrecht over 10 jaar 100.000 meer inwoners heeft. Dit zijn ook nieuwgeborenen en mensen die tijdelijk buiten de stad woonden en terug willen naast mensen van buiten de stad. Het is dus een levend cijfer, een inschatting”.
 
Een tweede vraag van een andere inwoner aan de wethouder: “Ik hoor hier veel over de mensen in de stad als ‘inwoners’, maar vergeet u niet dat veel Utrechters net buiten de stad wonen. Zo woon ik in Maarssen, maar ik voel me Utrechter en blijf graag naar de stad komen en erover meedenken.” Er wordt instemmend gemompeld door anderen die net buiten de stadsgrenzen wonen. Wethouder antwoordt: “Het klopt dat ik merk en hoor dat veel oud-bewoners heel trouw en trots zijn op Utrecht. Het is goed dat u daarop wijst en dat nemen we zeker mee, het is mooi om te horen dat Utrecht in het hart blijft, ook als u er niet meer woont”.

Losse opmerkingen van inwoners
  • Behoud het eigen karakter van de wijken. Lombok als exotisch bijvoorbeeld.
  • Houd voorzieningen zoals een supermarkt in de binnenstad en wordt niet als Amsterdam.
  • Rivierenwijk is wel een gemiddelde voor Utrecht.
  • Hou hoogbouw bij elkaar.
  • Blijf veranderen.
  • Geef liefde aan de stad, aan plekken die het nodig hebben.
  • Kun je niet beter uitbreiden als stad aan de A12 bij Nieuwegein of bij de vervallen industrieterreinen bij Maarsseveense plassen?
  • Behoud de gedachte van de 10-minuten stad

Groepsverslag tafel 1 - verdichting en leefbaarheid

Aan tafel zaten ongeveer 10 bewoners uit verschillende wijken van verschillende leeftijden. We hebben samen twee plekken uitgewerkt: Leidsche Rijn Centrum (Leidsche Rijn) en de Abraham Bloemaertstraat (Vogelenbuurt). Wat men waardeert aan het Leidsche Rijn Centrum, is het gebrek aan auto’s. Het is een fijne plek om te verblijven, maar je gaat er niet heen als je geen doel hebt. Het levert weinig toevallige ontmoetingen op. Verder werd geconcludeerd dat de bebouwing van ongeveer zes lagen aan zo’n plein goed werkt. En dat een speciaal gebouw - in dit geval de bibliotheek en het wijkcentrum - zorgt voor een uniek plein en huiskamergevoel. Zonder dit gebouw zou het overal in Nederland kunnen zijn. Mix van architectuur wordt gewaardeerd, maar tegelijkertijd mag het wel wat groener. De straten rondom het plein worden als 'steegachtig' ervaren.

Het gemeenschapsgevoel is de troef van de Abraham Bloemaertstraat. Het is er rustig en gezellig met een gevoel van eigenaarschap (bijvoorbeeld tijdens het NK-tegelwippen). Maar er mag nog meer groen worden toegevoegd. Sommige bewoners vinden dat dit ten koste mag gaan van parkeerplaatsen, maar andere juist niet. Dit maakt dat het in de buurt een gevoelig onderwerp is. De fietsstraten in de buurt nodigen uit tot hard rijden door auto’s. Daarom vraagt de tafel zich af of dit type krappe straten zich wel lenen voor rood asfalt en verder amper ruimte voor andere functies, zoals groen.

Ontwerpprincipes 
  • Naar aanleiding van deze twee voorbeelden is gekeken hoe en waar je kunt verdichten in Utrecht:
  • Op nieuwe plekken: daar heb je alle ruimte om het goed te doen.
  • Op plekken die hun functie verliezen (als goed voorbeeld werd de Vechtensteinlaan genoemd) of die wellicht niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen maar wel potentie hebben (als voorbeeld werd de Smakkelaarsburgt genoemd).
  • Het Pr. Ireneplateau in Zuilen werd aangedragen als een verdichting zonder menselijke maat en waar geen aandacht voor de omgeving is geweest.
  • Zorg bij verdichting altijd voor ruimte voor fiets (en beperkt autogebruik): anders creëer je de overlast al aan de voorkant!
  • Bij verdichting hoort ook handhaafcapaciteit.
  • Zorg voor fijne en bruikbare openbare ruimtes als je verdicht.
  • Zet bij verdichting de voetganger op 1.
  • Zorg voor gebruiksgroen.
  • Zorg bij hoogbouw voor toegankelijke plinten: organiseer de overgang van privé naar publiek.
  • Een uitdaging is het ‘Not in my backyard’-gedrag. De tafel stelt: heb aandacht voor ieders zorgen. Organiseer je participatie goed aan het begin. Kijk wat je al kunt doen voor bestaande bewoners vooruitlopend op nieuwe ontwikkelingen: zij zitten immers straks in een bouwput.
  • Zoek uit wat een plek fijn maakt. Zorg dat het nieuwe bij het oude past.
  • Kijk naar Madrid, Berlijn, Parijs: waarom wordt de hoogbouw daar als fijn ervaren? Wat zijn daar de spelregels? Een van de tips: bouw in de basis niet hoger dan een straat breed is.

Groepsverslag tafel 2 - balans rust & drukte

Voorbeelden typisch Utrechtse straten: Amsterdamsestraatweg, Maliesingel, Tolsteegsingel, Kanaalstraat, Croeselaan. 

Ontwerpprincipes - drukte
  • Diversiteit (en kleinschaligheid) aan voorzieningen.
  • Ontmoeten op herkenbare centrale plek. Denk aan cafés met buitenovergang naar plein (publiek). Randvoorwaarden voor pleintje: centrale ligging en herkenbaarheid (goede verlichting bijvoorbeeld).
  • Diversiteit binnen bouwblok, zodat iedereen zich thuis kan voelen.
Voorbeelden
  • Tweede Daalseweg heeft een pleintje zonder naam. Fantastische plek om een pleintje met café te maken en zo ontmoeting in de wijk te faciliteren.
  • Goudsbloemstraat: idee om te onderbreken met rotonde/ pleintje.
  • Anna Paulownastraat/Oost Javastraat.
Ontwerpprincipes - rust
  • Kronkelende paden met groen.
  • Intimiteit in parken, balans openheid/besloten.
  • Lang verbindend groen.
  • Aan de randen van de buurten.
  • Onverwachte elementen (pontje bijvoorbeeld) om te verwonderen.
  • Geborgen/intieme plekken creëren om je terug te trekken.
Voorbeeld Maliesingel
  • Nabijheid tot groen.
  • Lange groene strook.
  • Kronkelende straten/paden en organische vormen zorgen voor variëteit.
  • Duidelijke vormgeving en daardoor leesbaarheid van de openbare ruimte.
Voorbeeld park Transwijk
  • Park Transwijk is op dit moment ontoegankelijk door de vele hekken. Het park heeft wel veel potentie (bbq-plekken, recreatief ontmoeten en verblijven). Ontmoeten/verblijven wil je op een plek met balans tussen openheid en je geborgen voelen (intimiteit). 
Overgang rust/drukte
  • Rust en drukte uit elkaar houden binnen de buurt, dat is typisch Utrecht. 
  • Voorbeeld: Croeselaan naar de Dichterswijk. Aan de Croeselaan is een centrale plek waar verschillende voorzieningen zijn. Wanneer je de wijk ingaat, vind je rust en kan je zelfs het groen in waar zich een trekvlot bevindt. Dit is allemaal op loopafstand: een variërend ommetje met onverwachtheden.

Groepsverslag tafel 3 - verdichting & leefbaarheid

  • Het mag niet afgesloten voelen: verbinding van nieuwbouw met bestaande bouw. 
  • Een maximaal aantal inwoners per m2. 
  • Genoeg voorzieningen dichtbij voor iedereen. 
  • Dorpse karakter bewaren.
  • Binnenstad is al vol, verdichting naar de randen van de stad. 
  • Ruimte voor creatieven. 
  • Hoogbouw onder voorwaarden. 
  • Levendige plinten. 
  • Balkonnetjes. 
  • Open en licht tussen de gebouwen.
  • Genoeg ruimte voor groen.
  • Parkeren onder de grond.
  • Hoogbouw rondom met (wel of niet openbaar) groen in het midden. 
  • Goede mogelijkheden voor openbaar vervoer.

Groepsverslag tafel 4 - balans rust & drukte

Aan tafel zaten ongeveer 10 bewoners uit verschillende wijken van verschillende leeftijden. Als typische Utrechtse straten noemden ze: de Amsterdamsestraatweg, de Nieuwe gracht, de Voorstraat, Abstederdijk en 1e Oosterparkweg. We gingen door op de Amsterdamsestraatweg. Prettig aan deze straat vinden ze: de variëteit aan winkels, een aparte fietsstrook, bankjes/kunnen zitten, het is een snelle route, er zijn rustige zijstraten, het is er multicultureel en al lang geen typische shoarmastraat meer (wat het vroeger was). 

Niet prettig vinden ze: het te hard rijden van auto’s, vage panden (ondermijning), slechte toegankelijkheid en daardoor niet inclusief, levensgevaarlijk oversteken zowel voor fietsers als voetganger (sommigen lopen of fietsen hiervoor om), de kleine bomen die niet groeien, de te gehaaste/gestreste sfeer, de te smalle stoep en hoewel er een aparte fietsstrook is, is deze ook te smal.

Wat betreft de balans rust-drukte werd gezegd
  • Het hangt ervan af of je er woont (drukte is er altijd, geluid auto’s continue) of tijdelijk verblijft (drukte makkelijker te hebben).
  • Het hangt ervan af waar je woont: in de zijstraten is het veel rustiger, zeker wat dieper de zijstraten in.
  • De reuring is leuk, maar er zijn echt te veel auto’s, en te veel auto’s die te hard rijden. Dit zorgt qua geluid en veiligheid dat de straat als minder fijn wordt ervaren.
  • De Voorstraat kan een voorbeeld zijn voor de Amsterdamsestraatweg. Dat is een fietsstraat (fijner!) waar de auto te gast is.
  • Op de Amsterdamsestraatweg is geen rust en je wil er ook niet graag heen (je rijdt er niet voor om).
  • Het Julianapark is te klein om specifiek naar toe te gaan (voor de buurt wel fijn).
  • Terrassen horeca zoals bij de Plantage (MOOS, Bagel & Beans en Satriales) zijn leuk, maar niet iedereen zit ontspannen zo vlak aan de drukke weg.
  • De Langerakbaan vindt men een voorbeeld van een inrichting van de Amsterdamsestraatweg (overzichtelijker, zebra’s, middenberm).
  • Houd rekening met geluidweerkaatsing van de gevels van de oude en nieuwe gebouwen. Bij ontwikkeling Stockmanhof in de wijk Wittevrouwen is dat niet gebeurd. Gevolg is nu dat er meer klankkasten zijn ontstaan en dus minder leefplezier.
Dilemma’s
  • Woonplek en racebaan tegelijk.
  • Veel doorgaand verkeer voor relatief smalle straat (huizen bijna direct aan weg).
  • Elektrische bussen zijn schoner en stiller maar geven meer trillingen omdat ze zwaarder zijn.
  • Drukte en geluid komen letterlijk en figuurlijk meer binnen, omdat de huizen oud zijn en daarmee niet zo goed geïsoleerd als nieuwbouw.
  • Af en toe festivalgeluid/vuurwerk vindt de een prima, de ander heeft daar echt veel last van door bijvoorbeeld een PTSS-stoornis.
  • Hoe groeit de stad zonder dat de impact (bijvoorbeeld geluid) voor bestaande bewoners te veel onderschat wordt?
Ontwerpprincipes
  • Verminder de aanwezigheid van de auto op dit soort drukke en smalle straten met weinig ruimte.
  • Zorg dat de straat minder een racebaan is (dus bijvoorbeeld niet zo recht).
  • Overweeg om de parkeerplaatsen aan de Amsterdamsestraatweg weg te halen (geeft nu veel onrust op de straat en mensen komen hierdoor makkelijker met de auto).
  • Parkeren uitbreiden op plekken waar nog ruimte is, bijvoorbeeld op de Plantage of ondergronds.
  • Meer dubbel grondgebruik.
  • Overweeg een 1-richtingsweg of fietsstraat.
Gebruik de vrijgekomen ruimte voor
  • Maak meer groen wat goed groeit.
  • Ook ruimte voor kinderen.
  • Als beeld werd een esplanada genoemd: promonade-achtig waar fietsers (en auto’s ook (beperkt) zijn toegestaan).

De rustige straten achter de Amsterdamsestraatweg als tegenhanger van de drukte in de Amsterdamsestraatweg wordt ervaren als een kwaliteit. Probeer deze straten rustig te houden en in de toekomst geen nieuwe functies aan toe te voegen en vrij te houden van sluipverkeer. Een zo divers mogelijk aanbod aan functies en voorzieningen in de Amsterdamsestraatweg is daarbij een kwaliteit.

Groepsverslag tafel 5 - meer groen in de stad

Voorbeelden typisch Utrechtse straten: Laurens Reaalstraat, M.H. Trompstraat, Europalaan, Derde Westerparklaan, Lange Vliestraat.

  • Typische Utrechtse straat? Lastig, elke straat is anders. Lange Vliestraat (in slechte zin), positief: grachten, Lombok, Trompstraat.
  • Behoud de diversiteit van Utrecht: geen wijk is hetzelfde, en dat is een kracht.
  • Dorpse sfeer is daarbij het sleutelwoord.
  • Wat is een dorpse sfeer? Behoefte aan woonstraatjes, bredere stoep, zitplekken in voortuin, geveltuintjes.
  • Zorg in de straat voor voldoende afwisseling met soorten groen, bijvoorbeeld overal geveltuintjes, boomspiegels en afwisseling met verschillende hoogtes groen.
  • Zorg voor wateropslag en -afvoer, bijvoorbeeld door regentonnen en waterdoorlatende bestrating.
  • Zorg het hele jaar door voor subsidie en hulp bij geveltuintjes, boomspiegels en regentonnen.
  • Laagbouw en toch dicht op elkaar heeft de voorkeur boven hoogbouw.
  • Lekker rustig versus lekker druk; is een kwestie van perspectief.
  • Kleinere buurten.
  • Overhoeken op kruisingen van straten voor groen en ontmoeting.
  • Behoefte aan veel groen dichtbij.
  • Belangrijke functie van groen = ontmoeten, sociaal, leven.
  • Groen is ook: rust.
  • Zitplekken voor de deur/buurt.
  • Zitten in voortuin.
  • Spelen op straat.
  • In Leidsche Rijn zijn veel monotone stenen stukken, daar zijn kansen voor meer groen.
  • Plinten, ‘ogen op straat’, zorgen voor veilig gevoel.
  • Meer woonerven.
  • Eenrichtingsverkeer kan ook ruimte geven voor andere functies, zoals groen en ontmoeting.
  • Meer bomen betekent de keuze: minder parkeerplek. 
  • Stimuleren van deelvervoer: geen auto’s in de wijk maar aan de rand.
  • Groene daken en groene muren.
  • Meer zonnepalen, dat geeft niet meer groen, maar is wel duurzaam.
  • Tussenweg: groene verbindingen tussen stukjes groen in de buurt.
  • Groene pleinen en kruising (Amsterdamsestraatweg).
  • Energieopslag. 

Op 9 november 2023 vond een debatavond met 36 deelnemers plaats. Architectuurcentrum Aorta organiseerde deze avond voor professionals en andere belangstellenden. Hier werd informatie opgehaald bij Utrechters die zich ook voor hun vak met ‘de stad’ bezighouden. 

Verslag architectuurcentrum Aorta

Hoe moet het, gezien die identiteit en gezien de verwachte groei, in de toekomst met de stad? Welke kant kan de stad rustig op veranderen? En wat zou gekoesterd moeten worden, omdat het de identiteit van Utrecht mede bepaalt? Dit zijn vragen waar de gemeente Utrecht een antwoord op zoekt in het licht van de stedenbouwvisie waar momenteel aan wordt gewerkt. Het idee is dat een participatieve aanpak zo’n visie steviger inbedt dan - het andere uiterste - een plan ‘hoog over’.

Parallelle werelden op 10 vierkante meter: daarvoor moet je toch echt in een grote stad zijn. Utrecht is ‘de kleine grote stad’, aldus Frank van Mil, die de avond aftrapt met een kort verslag van zijn recente bevindingen als flaneur, of slenteraar, zoals hij het zelf noemt. Een stad waar een flaneur uit de voeten kan is per definitie een goede stad, concludeert hij terecht. Om nieuwe straatjes en stegen te ontdekken en idealiter zelfs prettig te verdwalen. Het draait bij nieuwbouw dus niet om maximumhoogte, zegt Van Mil. De aloude discussie over ‘hoger dan de Dom’ is niet relevant. Waar het wel om gaat: het behoud van de Utrechtse fijnmazigheid en prettige, goed vormgegeven straten.

Raffinement

Als Lisa Peters, die de avond modereert, informeert wat de aanwezigen ‘typisch Utrechts’ vinden valt er aanvankelijk een bedachtzame stilte. "Hou de stad toegankelijk", zegt iemand dan. "Raffinement", zegt iemand anders, gevolgd door de vermaning dat dit bij nieuwe ontwikkelingen zo moet blijven, bijvoorbeeld door te verdichten rond ov-haltes. Enkele aanwezigen delen de notie van ‘krampachtigheid’, omdat Utrecht structureel met zijn identiteit lijkt te worstelen. En er wordt geconcludeerd: ‘Utrecht is gewoon heel mooi’.

Je zou je af kunnen vragen of de gemeente zijn oren niet te veel laat hangen naar bewoners. Hoort zo’n visionair, stedenbouwkundig plan niet van de professionals van de gemeente zelf te komen? Daarentegen is het de vraag of bewoners überhaupt te veel te zeggen kúnnen hebben over hun eigen stad. De stad waar ze leven, die hen aan het hart gaat, die ze vormgeven met hun dagelijkse handelingen. Ook inspraak over stedenbouw lijkt typisch Utrechts, in elk geval de laatste paar decennia. Van een soort open-file-stedenbouw rond 2010 naar de swipocratie die, samen met deze avond dus, richting geeft aan de komende stedenbouwvisie.

Adviezen formuleren

Na een plenaire presentatie van Like Bijlsma, over de kwaliteit van de woonomgeving in buitenwijken, verdelen de aanwezigen zich over vier ‘werktafels’, om adviezen te formuleren voor een specifiek gebied. Deze gesprekken worden begeleid door twee landschapsarchitecten, een stedenbouwkundige en een architect – respectievelijk Wim Voogt (OKRA Landschapsarchitecten), Jeroen Marseille (Marseille Buiten), Anne Seghers (Ruimtevolk) en Casper Schuuring (MONK Architecten).

Het bijzondere is dat deze ontwerpers emotioneel betrokken zijn bij het betreffende gebied: zij wonen of werken er. De korte toelichtingen die zij vooraf geven, om hun ‘tafel’ toe te lichten, kregen er pardoes een competitief karakter van. Met een kwinkslag, maar toch… Eenmaal aan de tafels bleek iedereen een professional en uitstekend op de hoogte. Er werd tussen de stedenbouwers, ontwikkelaars, planologen en anderen eerst inside-information gedeeld, zoals over de bestemming van de grond van de scoutinggroep (DUG) aan de Kardinaal de Jonghweg, en dan doorgestoomd richting het formuleren van kwaliteiten en daarvan afgeleide adviezen voor de stedenbouwvisie.

Tweede Daalsedijk

Het viel Anne Seghers op hoe goed iedereen aan haar tafel het gebied kende, zegt zij in haar samenvatting van deze sessie. Daardoor wist iedereen dat verdichten in de Daalsebuurt een probleem zou opleveren voor de openbare ruimte. Het advies is om in de gebiedsontwikkeling in het naastgelegen gebied (Wisselspoor) in te zetten op structuren en voorzieningen (mobiliteit) waar bestaande bewoners van kunnen mee profiteren en die de druk op de bestaande openbare ruimte verlichten. Andere tips: hou die kleine zijstraatjes lekker rommelig, die kunnen best wat hebben als eraan gesleuteld wordt, op voorwaarde dat de grote structuren, zoals de Tweede Daalsedijk en de Amsterdamsestraatweg, radicaal vergroend en robuust gemaakt worden. De identiteit van dit gebied is ‘vrijplaatsachtig’, wat erg wordt gewaardeerd. Het is de rol van de gemeente om dat karakter te behouden!

Veemarkt en Voordorp

Aan de tafel van Jeroen Marseille werden tot het einde gedachten gedeeld, vertelt hij. Het ging onder meer over participatie – men concludeerde dat daar geen blauwdruk voor was, maar dat een project er altijd beter van werd. Participatie in Voordorp zou bijvoorbeeld toegespitst moeten worden op het karakter van de bewoners, een hechte, homogene groep. Want ‘inbreiden’ draait om nieuwe en om oude bewoners – die laatste worden weleens vergeten. Steeds over een klein hoekje praten werkt ook niet goed, je moet plannen ergens aan kunnen relateren, is een andere conclusie. Werk dus integraal en zoek naar de samenhang tussen stedenbouw, architectuur en openbare ruimte. Een meer sociaal-maatschappelijk advies gaat over het aanwijzen van ‘witte plekken’, waar je iets kunt organiseren, wat goed is voor die typisch stedelijke parallelliteit.

Werkspoorkwartier

Casper Schuuring is met zijn bureau gevestigd in het Werkspoorkwartier: een leeg gebied met veel potentie, is de gedeelde mening. Dat de gemeente er op een afstand blijft, ervaart iedereen als een enorme pre. Net als het feit dat dit een werkgebied is, waar dus niet gewoond wordt. Dat moet zo blijven vindt men. De ideeën aan Schuurings ‘tafel’ betroffen vooral – al dan niet permanente – toevoegingen, zoals een festival, museum, stadslandbouw, een watertaxi, zwembad, markthallen, educatie, liefst van de HKU, en… het publiek toegankelijk maken van de illustere tunnel onder het Amsterdam-Rijnkanaal. Waarbij de mix van huidige- en toekomstige gebruikers mooi in balans moet blijven, maar gebruikers idealiter wel een impuls geven aan een duurzame en circulaire economie. Ook belangrijk: er moet aandacht naar het groen en naar de (sociale) veiligheid.

Hoograven-Zuid

Wim Voogt noemt om te beginnen nog een identiteitskenmerk van Utrecht: overal zit een historische laag verstopt. Specifiek voor Hoograven-Zuid geldt dat het een leuke wijk is, een beetje verstopt en juist niet homogeen, zowel qua bevolkingssamenstelling als qua stedenbouw en architectuur. Wel gaat er veel mis: de dynamiek op straat is minder sociaal door de komst van het winkelcluster aan de ’t Goylaan en er zijn te veel auto’s. Voogt herhaalt de opmerking van Joost Ector (voorzitter welstand), ‘niet elke afwezigheid een gemis’, die viel in het gesprek over de noodzaak om de barrières in de wijk te slechten. De vraag of je juist moet gaan voor goede verbindingen, of het huidige isolement moet koesteren, bleef vanavond een vraag. Wel lijkt ‘raffinement’ in deze wijk sowieso gewenst: regel het netjes op detailniveau, door zorgvuldig te tekenen.

Top-4

De samenvattingen van de ontwerpers gaven een goed beeld van de gesprekken aan de andere tafels dan de ‘eigen’. Ook de individuele adviezen van de aanwezigen maakten duidelijk wat van belang werd geacht. Helemaal omdat deze adviezen, die op een speciaal formulier werden genoteerd, in een ‘formulierendans’ (met Utrechtse muziek) vijfmaal van scores werden voorzien door wisselende personen. Het hoogst scorende advies (23 uit 25 punten) betrof de Tweede Daalsedijk, maar is in feite universeel: Begin áltijd met het structureren en ontwerpen van de (half-)openbare ruimte. Dit is van belang voor allerlei aspecten, zoals sociale kansen en de ecologie en waterhuishouding.

Volgende in de reeks zijn 3 adviezen met 20 uit 25 punten. Pas de Utrechtse visie op gezond stedelijk leven ook in de bestaande wijk van Hoograven toe, luidt het eerste. Het tweede gaat ook over Hoograven-Zuid: Zorg er bij nieuwe verbindingen tussen wijken voor dat verkeersbewegingen passen bij de betreffende openbare ruimte. Het derde advies is een pleidooi voor contrasten in het Werkspoorkwartier: behoud ze en creëer ze. Net als het ‘winnende’ advies scoorde dit misschien juist hoog omdat het eigenlijk voor de hele stad geldt. Want zijn contrasten niet precies wat een stad tot stad maakt?

Gemeente aan zet

Bart van der Vossen, directeur ruimte van de gemeente Utrecht, nam de adviezen officieel in ontvangst. Hij had een volle week, omdat er op meer plekken input werd geleverd voor de visie stedenbouw. "Het is indrukwekkend, deze avonden zijn cadeautjes van denkkracht", zegt Van der Vossen. In sommige adviezen proeft hij een waarschuwing. "Jullie vinden dat we aan een gezonde stad moeten werken, als we die propageren. En dat doen we! Kijk bijvoorbeeld naar Overvecht." Het valt hem op dat de waarden die bewoners deze week in de diverse verdiepende gesprekken aandragen behoorlijk overlappen, of ze nu een ‘ruimtelijk professional’ zijn of niet. "Het is onze taak om in de stedenbouwkundige visie een balans te vinden tussen wat onze dienst en wat de stad aandraagt."

Van der Vossen was naar eigen zeggen ‘even bang voor een problematiseringsslag’ en toont zich aangenaam verrast over de uitkomst van de door AORTA georganiseerde avond. Zijn verbazing brengt nóg een identiteitskenmerk voor het voetlicht. Het was heel slecht weer en in de wereld van het ruimtelijk ontwerp is het druk, druk, druk. Toch togen deze Utrechters naar Karma Kebab: constructieve, betrokken bewoners zijn ook typisch Utrechts. Het verplicht de gemeente nog eens extra om te doen wat zij bij monde van Van der Vossen reeds beloofde: adviezen worden opgenomen in de stedenbouwvisie en zo niet, dan wordt beargumenteerd waarom. De nieuwe visie wordt begin 2024 verwacht.

Verslag gemeente Utrecht

Overige adviezen debatavond.

Hoograven-zuid
  • Zorg dat je kleine groene ruimten met elkaar verbindt zodat er een groen netwerk van fijne plekken ontstaat. 
  • Doorvertaling op strategisch/ruimtelijk niveau is waar het echt spannend wordt. 
  • Kwaliteit is een ontwerpopgave.
  • Zorg dat je visie op ‘gezond stedelijk leven’ ook in de bestaande wijk van Hoograven toegepast gaat worden.
  • Saneer de geluidshinder en maak aantrekkelijke groene verbindingen.
  • “If it ain’t broken, don’t fix it” (los eerst échte problemen op).
  • Zorg dat je de gezonde stad op alle niveaus echt waarmaakt. Doe dit door middel van:
    • Fijnmazig verbinden van de context;
    • Geluidsoverlast verminderen Waterlinieweg;
    • Voetgangersweefsels aanleggen;
    • Ontmoetingen stimuleren;
    • Ziel in de wijk behouden.
  • Zorg voor raffinement: Utrecht is een verfijnde dame.
  • De waterlinieweg als verbinder i.p.v. barrière. Ga nu het zaadje planten voor het afwaarderen van de weg en het omzetten naar groene highline.
  • Zorg voor goede verbindingen tussen wijken onderling, maar let tegelijkertijd op dat nieuwe verkeersbewegingen die je daar creëert, passen binnen de ruimte die er is in de betreffende wijk.
  • Hoograven zuidoost is niet de plek om te verdichten!
  • De Waterlinieweg moet (met behoudt van functie) ondergronds.
  • Delen van de wijk zijn geschikt voor monumentverklaring.
Veemarkt/voordorp
  • Spreek uit welke kwaliteit je in de bestaande stad voor kleine inbreidinglocaties nastreeft, zodat je als gemeente niet steeds het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.
  • Utrechtse identiteit: stad! Toch: in vergeten plekken: ja voor de pressure-cooker.
  • Beperk de tijd tussen planinitiatief en realisatie. Verantwoord participeren!
  • Cluster auto’s.
  • Bewaak de identiteit van buurten.
  • Relativeer de inbreng van bewoners: het zijn geen professionals.
  • Elke ontwikkeling in Utrecht verdient een eigen aanpak; probeer niet alles in regels te vatten, want stedenbouw is veel te dynamisch. Daarna kan de planoloog en jurist eroverheen.
Tweede Daalsedijk
  • Hou de tijdlagen in beeld: als je weet waar je vandaan komt, weet je waar je naar toe moet.
  • Gezamenlijk groen in relatie tot de bestaande gebouwen. Richt je op gezamenlijk tuinieren in het groen in combinatie met een fijne gezamenlijke openbare ruimte. Ontwikkel een nieuwe typologie voor het gebied. Laat concordia intact met kunstenaars. Intern restaurant. Ook voor nieuwbouw.
  • Maak ontwikkelingsprocessen korter! Zorg voor snelle participatie en creëer commitment tussen gemeente, ontwikkelaar, buurt, etc. Geef duidelijke kaders, geen ambities ‘stapelen’.
  • Benut de identiteit van het industriële spoorverleden in de openbare ruimte. Geef de industriële gebouwen die bewaard blijven ruimte in het gebied, zodat ze vanuit zichtlijnen goed te zien zijn. 
  • Begin altijd met het ontwerpen/structureren van de openbare (en evt. half-openbare) ruimtes. Ook van belang voor sociale kansen en voor ecologie/water etc.
  • Maak een geluidsvisie! Geluid, lawaai en stilte zijn essentieel om over na te denken en mee te nemen bij ontwikkeling en verdichting. Niet alleen voor wonen etc. maar ook voor recreëren. Gaat verder dan wettelijk kader.
  • Lokale kernen, stadswandelroutes, centraal parkeren, aandacht voor fietsers en voetgangers.
  • Geef de stad terug aan de bewoners.  
Werkspoorkwartier
  • Algemeen: laat de bestaande stad meegroeien met de schaalsprong: optoppen, omgevingsverordeningen versoepelen, “til” de stad een paar lagen op!
  • Verdichten op een kwalitatieve manier: levendige plinten, toekomstbestendige “monumentale” ontwerpen.
  • Hoger dan de dom mag als het ontwerp maar aan het bovenstaande voldoet. 
  • Zorg voor een plintmanager/stadsbouwcommissie.
  • Maak verbindende thema’s zoals doorgaande groenzones (ook voor sport) in bereikbare en doorwaadbare gebieden voor fietsers/voetgangers.
  • Verdichten en “echte” hoogbouw bij alle OV-punten met lage/parkeernormen. 
  • Eerst verdichten in de stad en daarna pas Rijnenburg. 
  • Behoud identiteit wijken.
  • Contrasten: houdt ze en creëer ze. Rustig/stil en druk/levendig.
  • Niet slopen (tenzij hergebruik), beperk nieuw/ruw materiaal.
  • Bestaande vierkante meters beter benutten door woningen te splitsen.
  • Privé-auto binnen de ring verbod (enkel delen toegestaan). 
  • Sterk vergroenen. 
  • Ondersteun coöperatieven.
  • Stad voor iedere portemonnee voor wonen, werken én voorzieningen.
  • Zorg voor sterke publieke voorzieningen.
  • Laat een visie meer zijn dan dat. Durf ook te kiezen voor een echte richting en doelen. Maak het desnoods concreet per deelgebied of zelfs potentiele ontwikkellocatie.
  • Ruimte voor initiatieven: laat dingen gebeuren in een testfase. Zonder testen weet je niks.
  • Meer overdekte pleinen, zoals het stationsplein, maar beschutter en zonder mensen die er allen doorheen lopen. Het moet een bestemming zijn die ook ’s avonds veilig en welkom voelt (goed belicht). Parkeerplaatsen groter en allemaal bij elkaar. Daardoor straten die meer open zijn (specifiek voor werkspoor).

Op 7 en 20 november organiseerden we 2 verdiepende toekomstgesprekken voor Utrechters en andere geïnteresseerden. Beide gesprekken hadden dezelfde opzet, alleen de locatie verschilde. Doel van de avonden was om in gesprek te gaan over de drie thema’s die bij de eerste ronde belangrijk werden bevonden. En was om uiteindelijk ontwerpprincipes voor de toekomstige inrichting van de stad te formuleren. Tijdens het tweede gesprek op 20 november 2023 gingen we in gesprek met 38 deelnemers.

Plenair begin: talkshow tafelgesprek

Vraag aan de zaal: wat vindt u belangrijk voor de stad?

  • Vergroening: in mijn buurt is weinig groen en je merkt in de zomer dat er veel hitte blijft hangen.
  • Toegankelijkheid voor iedereen. We weten allemaal dat we ouder worden, maar we weten niet wat voor beperkingen we krijgen. 
Tafelgesprek

De sociale component en de stenen gebouwen zijn samen een ding: dat is niet los te zien. Zorg voor genoeg aandacht voor de sociale structuren. Hoe zorg je dat ingrepen in de ruimte bijdragen aan sociale structuren? Dat moet terugkomen in de stedenbouwvisie. 

Er schuift iemand uit de zaal aan: “Ik hoor alleen maar mensen aan tafel zich voorstellen en vertellen over wat ze willen doen. Ik wil in gesprek over de toekomst van Utrecht.” Specifiek worden genoemd:

  • Leefbaarheid is een thema: moeten we wel groter worden? En zo ja, hoe maak je het dan toch leefbaar? Mobiliteit ook: stad zonder auto’s gaat ook niet, mensen zijn afhankelijk van de auto. Niet iedereen kan met OV.
  • Uitbreiden in de breedte en niet alleen in de hoogte: leidt vaak tot vereenzaming. 

Jongeren zien vaak wel toekomst in hoogbouw, ouderen willen graag meer uitbreiden in de breedte.

  • Jongere: ik wil graag naar Utrecht verhuizen maar woningnood is hoog. Hoogbouw is waarschijnlijk een goede oplossing hiervoor, al begrijp ik het standpunt van uitbreiden in de breedte ook vanuit een ander perspectief. 

Er schuift een nieuw iemand uit de zaal aan. Hoe behartig je de belangen van mensen met een beperking? Er moet beleid worden gevoerd om mensen met een beperking tegemoet te komen in alle aspecten van het leven. Wethouder reageert: “Stedenbouwvisie biedt juist mogelijkheden om dit op te nemen”. 

Groepsverslag tafel 1 - verdichting en leefbaarheid

Voorbeelden typisch Utrechtse straten: Croeselaan, Kanaalstraat, 7 steegjes, Oudegracht, Sweder van Zuylenweg, Bremstraat, Willem van Noortstraat. Over deze laatste straat hebben we doorgepraat aan tafel. 
 
Vooraf: het maakt uit of je er woont of verblijft. En of je een beperking hebt of niet. Ook wie je bent in het verkeer: loper, fietser, gebruiker ov, automobilist. Ontwerpprincipes zijn echt afhankelijk van deze situaties. 

Wat is prettig aan de Willem van Noortstraat?
  • Gevelbeeld/details.
  • Druk/levendig.
  • Koffie- en eettentjes/gezellig hoekjes.
  • Dichtbij centrum.
  • Redelijk brede straat.
  • Fietsenrekken: dat ze er zijn.
Wat is er minder prettig aan de Willem van Noortstraat?
  • Fietsenrekken: te weinig en rommelig (vuil tussen), staan soms in de weg.
  • Door breedte te hard rijden.
  • Gevaarlijk om te fietsen.
  • Drukke straat/sluipverkeer.
  • ‘’Suggestiestrook’’ fiets.
  • Te weinig handhaving op zwerffietsen.
Wat maakt de Willem van Noortstraat leefbaar?
  • De rustige zijstraten.
  • De middenberm.
  • Er is nog verschil tussen levendig en te levendig (‘laat het geen tweede Nobelstraat worden’).
  • Brede stoep.
  • Kruispunten à la de Pijp in Amsterdam.
  • Sociale veiligheid door de levendigheid.
Wat maakt de Willem van Noortstraat niet leefbaar?
  • Verstening.
  • Weinig/geen bomen/groen.
  • Risico’s door het vele verkeer.
  • Het parkje/groen is ‘’weggestopt’’; geen wandelroute.
  • Het parkje zit pal aan de weg.
Waar moet je rekening mee houden als je de Willem van Noortstraat gaat verdichten?
  • Er komen meer bewoners in een huis. 
  • Er zal meer verkeer komen, want de nieuwe bewoners hebben auto’s en fietsen en krijgen ook wel eens bezoek. De vraag is of er voor elke extra bewoner een parkeerplek bij moet. Je kunt wellicht ook iets doen met ondergronds parkeren en nieuwe bewoners bijvoorbeeld geen parkeervergunning geven.
  • Er zullen meer voorzieningen nodig zijn, bijvoorbeeld ook huisartsenzorg. Dat moet geen sluitstuk zijn. 
  • De roze gebouwen aan de Willem van Noortstraat zijn een voorbeeld, maar men vindt de woningen niet zo mooi.
  • Een fietsstraat zou een oplossing zijn. Hier is maar één mevrouw tegen aan de tafel, de rest is allemaal voor. Deze oplossing werd genoemd door een meneer die er al heel lang woont, de straat heeft zien veranderen en ook (positieve) ervaringen heeft met andere fietsstraten. Tegen de mevrouw die tegen is, werd gezegd: ‘het is ook gedrag van mensen’. 
Ontwerpprincipes
  • Parkeerplekken geleidelijk afbouwen.
  • Nieuwe bewoners geen parkeerplek/vergunning meer geven.
  • Fietsstraat.
  • Geen voortuin is prima als er een park om de hoek is.
  • Je kunt altijd wat tegels wippen.
  • Speelplekken in de zijstraten.
  • Publiek en sociaal groen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten/schaduw vinden.
  • Zorg voor voldoende voorzieningen, ook huisartsen/gezondheidszorg.
  • Verticaal groen.
  • Daken benutten: serum of zonne-energie.
  • Optoppen: extra lagen.
  • Brede trottoirs.
  • Overgang privé-openbaar met bijvoorbeeld bankjes voor het huis.

Groepsverslag tafel 2 - balans rust en drukte 

Voorbeelden typisch Utrechtse straten/plekken: Moreelsepark, Oosterspoorbaanpark, fietspad Gageldijk, Amsterdamsestraatweg. Deze hebben we allemaal uitgewerkt. 

Moreelsepark
  • Groene oase.
  • Mooie gebouwen.
  • Mooie doorlooproute.
  • Natuurwaarde zit in de ouderdom.
  • Groen wordt ervaren als kijkgroen.
  • Herkenbaarheid van het groen is lastig. Daardoor rommelig.
Ontwerpprincipes
  • Creëer in dichte bebouwingswanden af en toe een open groene verblijfsplek.
Oosterspoorbaanpark
  • Nauwkeurige inspraak met bewoners gedaan.
  • Verbindende plek.
  • Nieuw groen.
  • Overgang wordt als plezierig ervaren.
  • Spontaan ontstaan.
  • Wordt fanatiek gesport.
  • Te veel drukte met elektrische fietsen en elektrische steps, maar grappig genoeg kom je ze daar niet veel tegen.
Ontwerpprincipes
  • Gebruik groene luwe routes om verschillende gebieden met elkaar te verbinden, ook al is dit soms een iets langere afstand (comfort boven kortste route).
  • Het scheiden van verkeersstromen (fietser en voetganger in dit geval) is voor kwetsbare doelgroepen noodzakelijk voor een comfortabele route.
Fietspad Gageldijk
  • Geborgenheid.
  • Verbinding met een eigen identiteit.
  • Karakteristieke oude wilgen.
  • Met name door vrouwen als niet veilig ervaren in het donker.
  • Ook voor mensen met een beperking onveilig vanwege gebrek aan overzicht/openheid.
Ontwerpprincipes
  • Gebruik historische landschappelijke elementen (dijken/linten/bomenrijen/waterlopen) om een plek meer identiteit te geven.
  • Het mengen van verschillende verkeersstromen op hetzelfde profiel kan alleen als de intensiteiten laag zijn. 
Amsterdamsestraatweg
  • Suggestie om bewust te kiezen voor een strook groen.
  • Afwisselend ritme in voorzieningen wordt als positief ervaren.
  • Drukte in de straat. Begin van de straat als unheimisch ervaren.
  • De mooie wijken erachter zijn slecht toegankelijk.
Ontwerpprincipes
  • Maak overtuigende keuzes om enkele straten volledig te vergroenen, om zo groene ommetjes te creëren. Hierin rigoureuzer vergroenen en aanpassingen doen. 
  • Combineer voorzieningen op de vier hoeken van een wegkruising met elkaar voor meer samenhang van een verblijfsplek. 

Groepsverslag tafel 3 - verdichting en leefbaarheid

  • Toegankelijkheid als uitgangspunt bij het ontwerpen van gebouwen en openbare ruimte (aanscherpen bouwbesluit): als je het goed doet voor de minst mobiele in de samenleving, doe je het goed voor iedereen.
  • Het is wenselijk voorzieningen in de nabijheid te hebben, dus op korte loop- of fietsafstand. Maar wanneer de kwaliteit van de voorzieningen achterblijft dan is het wenselijker iets verder te reizen voor betere voorziening. Hou hier dus rekening mee in de planning/ordening van voorzieningen. Een decentrale stad kan dus aantrekkelijk zijn qua bereikbaarheid voorzieningen.
  • Zorg voor een gebiedsgerichte aanpak voor druk op de openbare ruimte. Elke wijk heeft zijn eigen balans tussen auto/fiets/kwaliteit voorzieningen. Er zijn best buurten waar de auto een minder dominante plek kan krijgen, zeker in nieuwe buurten waar mensen er bewust voor kiezen. Let er dan wel op dat je geen eenzijdige buurten bouwt (zorg voor bijvoorbeeld Merwede)! Mengen is belangrijk.
  • Zorg in de buurt voor een goede mix in woningen, ook ten behoeve van de doorstroming (bijvoorbeeld een knarrenhof om zo grote woningen vrij te krijgen voor gezinnen). In elke buurt kan er nog wel wat bijgebouwd worden om doorstroming op gang te helpen. Ouderen willen wel kleiner wonen maar de buurt liever niet verlaten. Denk dan ook na over toewijzing en huurprijzen.
  • Voorbeeld Overvecht, de cube: een mooi gebouw dat de uitstraling van het gebied vergroot. De hoogte past daar ook. Er staat wel een enorme fietsparkeerplaats voor de deur, dat zou beter kunnen.
  • Voorbeeld hoogbouw op de kop van zuid: van een afstandje ziet het er mooi uit! Van dichtbij is het niet prettig. Je waait weg en er is geen groen op straat. De logistiek bepaalt het straatbeeld. Dit kan wel beter worden ontworpen.
  • Zeggenschap/eigenaarschap van/door bewoners in hun omgeving. Maak bewoners meer leidend in ontwikkelingen in de buurt. Werk op de buurtschaal.
  • Kwaliteit:
    • Kronen: let bij hoogbouw ook op de beëindiging van het gebouw. Maak niet alleen maar gebouwen met een platte bovenkant/ ontwerp de kroon.
    • Vergelijking andere steden met vergelijkbare schaal.
    • Maak een goede/slechte-plekken-kaart.
  • Schaarste aan parkeren heeft een negatieve impact op de sociale cohesie in een wijk: als mensen moeten vechten voor hun parkeerplek schept dat geen band met de buren.

Gespreksverslag groepstafel 4 - balans rust en drukte 

Voorbeelden typisch Utrechtse straten/plekken: Ledig Erf, Wilhelminapark, Watertorenpark, Croeselaan. 

Ledig Erf
Goed
  • Eenduidige bestrating.
  • Levendig.
  • Open.
  • Bomen/groenen.
  • Afwisseling groen-bestrating.
  • Origineel.
  • Bankjes.
Niet goed
  • Fietsdrukte.
  • Niet goed ingericht op het gebruik.
  • Te massale terrassen.
  • Onduidelijkheid waar ruimte is voor voetganger door combi auto-fiets-voetganger.
  • Hard rijden: verkeersveiligheid.
Wilhelminapark
  • Geen doorgaande route maken door het park, heel druk en onrustig, terwijl je daar rust wil.
  • Kun je de fietsroute niet verdiepen, dat is rustiger.
Watertorenpark
Goed
  • Zebrapad.
  • Groen in de straat.
  • Snelheid geremd door groen.
Niet goed
  • Weg door het park.
Croeselaan
  • Groene toevoegingen.
Ontwerpprincipes
  • Bottom-up: met de buurt en met gebruikers ontwerpen: buurt en gebruikers bij elkaar brengen.
  • Gevoel van ‘onze straat’ creëren, ook door een stukje in eigen beheer geven aan bewoners.
  • Materiaal en inrichting moet sturen naar juiste gebruik.
  • Groen in de straat!! Overal meer groen, andere balans met bestrating.
  • Toegankelijke openbare ruimte.
  • Niet overal uniforme inrichting, ruimte voor maatwerk.
  • Maak ruimte voor nazorg: na een tijdje kijken of het werkt en of je nog moet bijstellen. 

Groepsverslag tafel 5 - meer groen in de stad

  • Focus op verticaal groen: geveltuinen, plantenwanden, moswanden etc.
  • Groen moet (bio)divers en ecologisch zijn. Zorg voor een variatie in kleur en hoogte.
  • Groen moet verschillende waarden/ functies hebben: bijvoorbeeld ook gebruik voor sporten, sociale cohesie, ecologie etc.
  • Het beleid van de gemeente is goed, maar het loopt vaak vast in de uitvoering. Zorg daarom voor meer flexibiliteit in de uitvoering van het beleid. Maak een groter kader waarbinnen een wijkopzichter ruimte kan geven voor bijvoorbeeld geveltuinen of ander groen.
  • Geen keuze voor meer parken of groenere straten: het is en en.
  • Offer niet zomaar parkeerplekken op. Kijk eerder naar andere mogelijkheden (focus op verticaal groen, zie eerste punt). Bewoners met een auto willen geen parkeerplek opofferen, bewoners zonder auto vinden dit geen probleem.
  • Als je nieuwe woningen bouwt, bouw dan ook nieuwe parken. Huidige parken staan onder druk. Zowel in gebruik als ecologisch.

Overige punten

  • Goed voorbeeld zijn de plantenbakken aan lantaarnpalen.
  • Maak gebruik van WADI’s.
  • Focus op groen dat de kwaliteit verbetert.
  • Goed voorbeeld zijn groene gevels en groene daken.
  • Vergroen de speelplekken en schoolpleinen: dat is vaak nog veel te veel steen.
  • Goed voorbeeld zijn de wildtuinen: deze hebben weinig onderhoud nodig.
  • Behoud de waarde van het huidige groen en de parken. Nieuwe ontwikkelingen gaan ten koste van het huidige groen. Voorbeelden zijn: bij de vernieuwing van de Kanaalstraat zijn oude bomen weggegaan en nieuwe bomen gepland. Maar de nieuwe bomen zijn klein en zorgen niet voor een vermindering van de hittestress. De komende jaren is deze straat een bakoven. Ander voorbeeld is dat bij de bouw van hoge flats sommige planten in de schaduw komen en daardoor soms verdwijnen.
  • Typische Utrechtse straten zijn straten met heel veel tegels. Er is veel potentie om deze te vergroenen, maar processen om dit te vergroenen duren erg lang.
  • Goed voorbeeld is Leeflandpark. Groen dat ook de sociale cohesie bevordert.
  • Focus op bomen die veel blad hebben. In Utrecht zie je vaak dat bomen veel stam hebben, maar relatief weinig groen/ bladeren.
  • Focus op groen dat voor meerdere doeleinden bruikbaar is.
  • Goed voorbeeld is het project toevallig groen. Hierbij werd groen wat toevallig groeide op een bepaalde plaats beschermd. Hierdoor is er meer ruimte voor exotisch groen.

Terugkoppeling na groepsgesprekken

Thema: verdichting en leefbaarheid
  • Zorg voor een goede overgang tussen privé en openbaar (bijv. bankje voor huis).
  • Benut de hoeken van bouwblokken: maakt een buurt leefbaar, op kruispunten.
  • Benut ook de daken.
  • In bestaande buurten is nog best wel ruimte om kleinschalig woningen toe te voegen. Let er dan op hoe je dan een mix kan invoeren: ouderen van een grote eengezinswoning naar een kleinere voor bevordering van de doorstroom. 
  • Heb aandacht voor de buurt en de sterke leefgemeenschappen daarbinnen. Ga daar sensitief mee om.
  • Reactie seniorenburgemeester uit de zaal: in 2040 verdubbeling van senioren. Veel senioren in te grote woningen willen wel weg maar ze betalen veel meer voor veel minder, dus geen aantrekkelijk alternatief. In te grote huizen vereenzamen ouderen. Knarrenhofjes zijn een goed idee maar mensen willen graag betaalbaar en vooral in hun eigen buurt blijven wonen.
Thema: balans rust en drukte
  • Balans tussen autoverkeer en langzaam verkeer. Geef meer ruimte aan voetgangers. 
  • Auto weren is lastig, want hoe ga je dan om met mensen die afhankelijk zijn van de auto? Evt. kun je hier bij nieuwe bewoners wat harder op zijn. Auto’s zijn heel bepalend voor leefbaarheid.
  • Toegankelijkheid. Als je het goed doet voor mensen die minder mobiel zijn, dan doe je het goed voor iedereen.
  • Neem de buurt mee in het ontwerpproces, zodat er ook eigenaarschap ontstaat. 
  • Laat regels en principes wat meer los. Hou/creëer ook ruimte voor maatwerk per stukje in de wijk. Iets ‘eigens’.
Thema: meer groen in de stad
  • Mensen hechten waarde aan kwalitatief en divers groen. Niet alleen voor mensen maar ook voor dieren. Graag vanuit de voordeur dicht bij huis. Vergroen straten voor hitte, maar ook voor beleefbaarheid. 
  • Beleid is leuk, maar zorg dat het ook praktisch haalbaar/toepasbaar is.
  • Fietsroutes zijn een groot thema, vooral tussen oost en west: kies je voor groen of de stad/asfalt. Gedeelde ruimte of alles gescheiden? 
  • Mate van robuust groen, grote bomen etc. draagt veel bij aan intimiteit en straalt dus ook rust uit.

Inspraak vanuit de zaal

  • Na herinrichting is er nooit meer budget over om naderhand te evalueren en aan te passen/aan te vullen. Zorg dat je daar budget voor over houdt.
  • Fietsroutes: vergeet niet de veiligheid in ogenschouw te nemen bij routes door het groen. In het donker voelt dat niet veilig.
  • In de hele discussie van vandaag mis ik in hoeverre de klimaatverandering invloed heeft op onze stedenbouw. Reactie stedenbouwkundige: “klimaat is een belangrijk onderwerp. Ligt eigenlijk ten grondslag aan de leefbaarheid. Hoe gaan we om met bijv. hitte, water, biodiversiteit”. 
  • Hoogbouw is niet of nauwelijks teruggekomen vandaag.
  • Kijkt Utrecht ook naar (vergelijkbare) andere steden voor een stedenbouwvisie? Wat kunnen we daaruit leren?
  • Is er een analyse kaart met fijne plekken en rotte plekken? Het kan helpen om dat inzichtelijk te krijgen in een kaart. Aandacht voor ruimtelijke kwaliteit. 

Reflectie wethouder

Avond was erg goed. Positieve sfeer met constructieve feedback. Rode draad: de gesprekken gingen uiteindelijk allemaal over een gedeelde liefde voor Utrecht. Wat maakt dat we daarvan houden en wat kunnen we daaruit meenemen voor andere plekken in de stad waar we minder van houden? Dat hebben we vanavond op kunnen halen en dat maakt de avond geslaagd.

Als gemeente vinden we het belangrijk om ook de stem te horen van basisschoolleerlingen (groep 7 en 8). Daarom organiseerden we op 29 november 2023 een spel om op een laagdrempelige en speelse manier in gesprek te gaan over de toekomst van Utrecht. In verschillende rondes dachten 7 leerlingen van 2 verschillende basisscholen uit Tuinwijk en Leidsche Rijn na over hun ideale stad. Ze gebruikten allerlei bouwblokken om de ideeën uit te beelden. Vervolgens bekeken zij in hoeverre hun ideale stad verschilt van het huidige Utrecht en gaven zij tips mee aan de wethouder.

Ronde 1: droomstad beschrijven 

In de eerste ronde dachten de kinderen in 3 gemengde groepjes na over hun droomstad. Als je vrij mag dromen: hoe ziet jullie ideale stad er dan uit? Wat kun je er doen? Daaruit komen de volgende punten per groepje:

Groep 1
  • Milieuneutrale gebouwen.
  • Wel flats (op klein oppervlak veel woningen) maar geen grijze gebouwen. Veel kleur en planten.
  • Openbare moestuinen in de stad die je kan huren.
  • Veel parken met veel bomen, want dan wordt het minder snel warm.
  • Ruwe/spannende speeltuinen waar je risico kunt nemen.
  • Genoeg oplaadpalen voor elektrische auto’s.
  • Brede winkelstraten, omdat je anders tegen elkaar botst.
  • Niet dat alle huizen hetzelfde, want dat is ook zo saai.
  • Als het warm is, kun je airco’s buiten op straat hangen waar je dan een soort water/mist uit sproeit voor verkoeling.
  • Opvangplekken voor regenwater, ook om de airco’s te vullen.
  • Zonnepanelen op lantaarnpalen, zodat ze opladen.
Groep 2
  • Meer winkels.
  • Veel groen: veel parkjes en waterplekjes zoals meertjes.
  • Sportplek. Buiten (in een park).
  • Flats en huizen (appartementen).
  • Eén muur maken waar je legaal graffiti mag doen, zodat dit niet op andere gebouwen hoeft. 
  • Plein met podium. 
  • Bios, theater.
  • Meer (anti-stink) prullenbakken, overal in de buurt om het schoon te houden.
  • Skatebaan.
  • Indoorspeeltuin voor kinderen.
Groep 3
  • Schoner, niet alles vies.
  • Speeltuinen dichter bij woonwijken (betere plekken).
  • Kleurrijke huizen.
  • Theatervoorstellingen voor kinderen. Die voor volwassenen zijn niet leuk voor kinderen.
  • Minder auto’s met uitstoot. Meer elektrische auto’s.
  • Meer prullenbakken (zodat het schoon blijft).
  • Meer natuurparken.
  • Betere wegen en stoepen (alles moet heel zijn, geen gaten in de weg).

Ronde 2: woonwensen beschrijven 

In de volgende ronde gaan de kinderen in 2 nieuwe groepen uiteen om te bedenken hoe ze de stad niet alleen goed voor zichzelf, maar goed voor iedereen kunnen maken.

Groep 1
  • Een plekje voor ouderen om vrienden te maken (soort ouderenhangplek).
  • Laadpalen voor elektrische auto’s om die te stimuleren.
  • Speciale zones voor roken, niet meer overal.
  • Leukere en stevigere speeltuinen.
  • Meer handhaving en strengere regels voor verkeer (vooral voor fietsen met telefoon). 
  • Meer plekken voor vluchtelingen.
Groep 2
  • Bredere looppaden, ook voor mensen in rolstoelen (toegankelijk).
  • Een bejaardentehuis aan de rand van de stad omdat het daar rustig is, maar dan kunnen er ook ouderen in de stad wonen.
  • Een weeshuis voor kinderen.
  • Kerken en moskeeën aan de rand van de stad voor gelovige mensen.
  • Parkeerplekken met laadpalen zodat elektrische auto’s daar kunnen staan.
  • Betere wegen.
  • Één speciale plek om te gaan roken (aan de andere kant van de graffiti-muur). Dit voorkomt ook vervuiling door peuken overal op straat.
  • Binnen de stad heel veel planten.
  • Watersproeiers voor in de zomer.
  • Een plek voor daklozen, ook zodat ze niet overal gaan zitten.
  • Een grote plattegrond op straat voor als je geen telefoon hebt.
  • Een plek voor zonnepanelen of windmolens voor groene energie. 

Ronde 3: stad bouwen

De kinderen gaan vervolgens aan de slag om met de verschillende elementen (allerlei soorten gebouwen) met z’n allen hun ideale stad te bouwen. Wat volgt, is een interessant gesprek en weloverwogen keuzes over de gebouwen die een plekje krijgen in hun stad, waarbij rekening wordt gehouden met alle type bewoners.

Het resultaat is een stad met veel woningen om iedereen te dienen. Niet alleen in rijtjes, maar juist ook gestapeld. Eén van de leerlingen merkte na lang puzzelen om voldoende woningen én voorzieningen terug te laten komen het volgende op: “Hey, maar we kunnen gebouwen ook op elkaar stapelen hè? Het hoeft niet altijd één los gebouw te zijn”. Dat vond de rest een goed idee. Hoog gestapelde woningen (flats/appartementen met meerdere lagen) kwamen aan de rand van de stad. In het midden kwamen lager gestapelde woningen (twee/drie lagen) en rijtjeswoningen. In het midden van de stad waren ook verschillende soorten winkels, horeca, een museum, een gemeentehuis, een bibliotheek, een bank, de brandweer, een ziekenhuis, een tandarts, een apotheek, een hangplek voor jongeren, een kinderdagverblijf, een basisschool, een boerderij met dierenweide en een parkeergarage.

Aan de rand van de stad werden bewust andere functies toegevoegd. Zo was er een middelbare school, een MBO- en HBO-locatie en een universiteit. Ook was er een grote supermarkt, een markthal, een bioscoop, een concerthal, een dierenasiel, een daklozenopvang en veel kantoorruimte. Voor de bereikbaarheid was er een station met een fietsverhuurlocatie. Ook aan religie werd gedacht. Zo kwam er een kerk, een moskee en een hindoeïstische tempel. 

Ook was er aandacht voor het milieu. De kinderen lieten een deel van de stad leeg als park (mét speeltoestellen en een skatebaan) en met aan de rand een bosgebied. Daarnaast waren er in de stad meerdere elektrische laadpunten, voldoende inzamelpunten voor afval en aan de rand was een windmolenpark.  

Opvallend is dat de kinderen slim nadachten over de beschikbare ruimte en veel functies clusterden. Een scholencluster met verschillende soorten scholen; een gezondheidscluster met het ziekenhuis, een apotheek en een tandarts; een recreatiecluster met een bioscoop, een concertzaal en een markthal; het kinderdagverblijf naast de basisschool, en het station naast de fietsverhuur. 

Ronde 4: droomstad vs. huidige Utrecht

In de laatste ronde bekeken de kinderen hun gebouwde stad. Zij missen hierin:  

  • Prullenbakken (zijn geen onderdeel van het spel).
  • Flats. Meer de hoogte in (dat kon moeilijk in het spel).
  • Groene flats, met hangplanten en kleuren.
  • Fietspaden (waren ook niet expliciet in het spel). Minder autowegen, meer fietspaden.
  • Deelauto’s, niet iedereen een privéauto. Auto’s nemen veel ruimte in beslag. Meer fietsen stimuleren, dat is ook beter voor het milieu.

De kinderen vonden dat de gemeente zeker kan leren van hun stad. Zij noemden de volgende punten:

  • Je kan gebouwen ook op elkaar stapelen en niet alles naast elkaar: meer hoogbouw. 
  • Veel groen, ook groene en kleurrijke hoogbouw.
  • Utrecht is niet per se heel anders dan onze stad. 
  • De basis (plattegrond waarop gebouwd wordt) moet veel groener.
  • Ook groen voor insecten, zoals bloemen in grasvelden.

De kinderen gaven de gemeente het volgende advies: 

  • Je moet niet alleen aan jezelf denken, maar naar andere meningen luisteren. Zoals van kinderen en ouderen. En ook dingen afkijken van andere landen en steden, dat is niet erg, maar juist een compliment. 
  • Moestuinen zouden we wel meer willen zien.
  • Inspirerend voorbeeld: als je met de fiets of lopend bent, kun je bijv. een armbandje scannen en dan krijg je punten voor dat je het goed doet en een gezonde en milieuvriendelijke keuze maakt.

 

Samen met de Utrecht Challenge Alliantie en Vidius organiseerden we op 12 december 2023 een jongerendebat. Dit keer om juist de mening van studenten zélf te horen over de toekomstige inrichting van de stad en hun ideeën daarvoor. Centraal stond de vraag: in welke stad wil jij later leven? Aan het debat deden 22 studenten van het instituut voor de gebouwde omgeving (met name studies Build Environment en Civiele Technieken) mee.

Onderdeel 1: plenair debat 

Zijn de 3 gedefinieerde thema’s ook onderwerpen die de studenten aanspreken? 

  • De prioriteit voor studenten ligt vooral bij voldoende woningen. Een thema als groen heeft in die zin minder prioriteit. Als er geen woningen zijn, kunnen ze er immers toch niet wonen. 
  • Tegelijkertijd is groen wel degelijk belangrijk, omdat je dat nodig hebt om tot rust te komen. Voor sporten en wandelen, dus bewegen, heb je ook groen nodig. 
  • Het is wel belangrijk om een scheiding te maken tussen woongebieden en uitgaansgebieden. In woongebieden rust, in uitgaansgebieden reuring. Dat hoeft niet dezelfde plek te zijn. Hier zijn wel verschillende geluiden hoorbaar. Iemand zegt “de stad is bedoeld voor drukte, rust kun je ook vinden op het platteland”. 

Onderdeel 2: groepsgesprekken 

Thema: meer groen
Wat zie je nu in Utrecht, hoe ziet het eruit?
  • Veel losse parken, weinig groen in straatbeeld.
  • Nieuwere wijken meer groen in straatbeeld.
  • Weinig variatie in groen.
  • Groene gevels gebouwen.
  • Een paar parken maar niet verbonden.
  • Gemeenschappelijke tuin op het Griftpark.
  • Kleine planten voor huizen.
Hoe zou je willen dat het er uit ziet in de toekomst?
  • Meer groen in de straten.
  • Verschillende soorten groen.
  • Meer water.
  • Ruimte op daken gebruiken (zonnepanelen, planten etc.)
  • Verbonden groene gebieden.
  • Groene daken.
  • Tuinen als barrières tussen huizen, fietspaden en de weg.
  • Maak het toegankelijker.
  • Stimuleren parken te onderhouden.
Wat zou er moeten veranderen om dat mogelijk te maken?
  • Parkeerplaatsen verwijderen, deels voor groen.
  • Meer buiten sportplekken.
  • Verschillende soorten bomen in de stad.
  • De hoogte in qua gebouwen → meer plek voor groen.
  • Autovrije plekken.
  • Meer tramverbindingen.
  • Gemeenschap onderwijzen → gedragsverandering.
  • Betere materialen voor de bestrating, voor water absorptie.
Thema: veranderende stad 
Wat zie je nu in Utrecht, hoe ziet het eruit?
  • Tweeledig: wonen en leven, Leidsche Rijn en rest van Utrecht.
  • Te weinig groen, te veel bovengronds OV.
  • Een steeds grotere vervangings- en renovatieopgave van de infrastructuur (wegen, kunstwerken, ondergrondse infra).
  • Woningnood, huizen nodig. Verbeterde Utrechtse bouwstijl.
Hoe zou je willen dat het er uit ziet in de toekomst?
  • Behouden van een 10-minutenstad, middelpunt de Dom houden en daaromheen bouwen.
  • Door tweebaanswegen te veranderen naar eenbaanswegen en door groen te plaatsen. En metrolijn plannen te bedenken.
  • Door meerjarig onderhoudsplan opnieuw te ontwikkelen en THP’s te ontwikkelen per object. En marktaantrekkelijk prijzen af te spreken waarmee we innovatieve oplossingen kunnen stellen.
  • Minder hoogbouw → de Dom moet overal te zien zijn.

Onderdeel 3: ontwerp en pitches

Thema: meer groen
Groep 1 - Zijdebalen

Zijdebalen is nu best een stenig gebied, ondanks dat het nieuw is. Mag echt wel meer groen in terugkomen. Groenstroken in de wijk zijn nu privé. Dit maken we openbaar met bepaalde tijdsloten om hanggedrag tegen te gaan. Aan de andere kant van de weg creëren we een sportpark met attributen om te sporten met elkaar, of alleen. In het midden van de wijk halen we het café weg. De wijk ligt in het centrum, dus waarom hier een aparte horecagelegenheid? In plaats van het café maken we een speeltuin en waterfonteintjes voor kinderen. De kade aan het water maken we groener. We verbinden de losse bomen met groenstrook aan elkaar om het straatbeeld groener en uniform te maken. We trekken dezelfde groenstructuur door in de hele wijk, behalve langs de kade. Daar juist veel biodiversiteit. Daarbij zorgen we voor groene binnenplaatsen om tot rust te komen. 

Ingrediënten ontwerp: 

  • Meer dakruimte gebruiken.
  • Meer water in de wijk.
  • Meer groenstroken.
  • Tijdelijk openbare binnentuinen.
  • Ook ruimte voor fruitbomen.
Groep 2 - Rivierenwijk

We maken de binnenplaats op het terrein autovrij, met ondergronds parkeren. Er zijn dan drie toegangswegen naar de garage toe. Alle mensen in de buurt parkeren ondergronds in plaats van op straat. Dat geeft ruimte om veel meer groen toe te voegen op straat. In het midden komt een park, met een grote fontein en een speelveld voor kinderen en jongeren. Afgestemd op wat de community wil. Overal op hoofdwegen creëren we groene stroken. Dat vermindert de uitstoot en zorgt voor meer afwatering. We zorgen voor meer bomen in het gehele gebied. En een gesloten groengebied met kippen, bijenhotels, etc. Dit wordt onderhouden door de bewoners en de eitjes, honing etc. is voor de bewoners van de wijk. De hoofdwegen overdekken we met een groene overkapping met een hedera. De gemeente verzorgt het publieke groen. Dit plan vraagt ook om gedragsverandering om samen te zorgen voor de openbare ruimte, dus meer een soort community-building. 

Ingrediënten ontwerp:

  • Veel groen.
  • Kleine parken voor de buurt.
  • Veel bomen.
  • Ondergrondse parkeerplekken (dubbel gebruik van een plek).
  • Maak bestrating groener.
  • Maak grote gemeenschappelijke parkeerplek zodat er meer ruimte is voor groen.
  • Meer verbinding met de parken.
  • Klimplanten.
  • Groen dak boven een terras.
  • Gras tussen de weg en het fietspad.
  • Open speeltuin.
  • Gemeenschappelijke tuin, dieren, lokale producten.
  • Groene gevels en boomtoppen, hangplanten over de weg.
Thema: rust en drukte

Het idee van deze groep is gebaseerd op een soort strip met clubs, waar studenten kunnen uitgaan en waar studenten zelf boven wonen in plaats van gezinnen. De auto’s gaan eruit. De tram en fiets krijgen wel een centrale plek door een breed fietspad met een trambaan. Hier is ook ruimte voor hulpdiensten. Als de auto’s weggaan, komt er ruimte voor groen en verblijven. Het privé-groen maken we beter openbaar, zodat het voor iedereen toegankelijk is. Langs de grachten creëren we verblijfsplekken. Fietsers parkeren naast de strip. Maar in de strip zelf wordt niet gefietst, alleen maar gewandeld. In de gehele woonwijk creëren we een groen netwerk door meer bomen toe te voegen. We realiseren een soort groot park, in plaats van los groen op verschillende plekken. Bij het speelveld plaatsen we een hek als daar in de buurt behoefte aan is. 

Ingrediënten ontwerp:

  • Clubs.
  • Minder tegel, meer groen.
  • Studenten boven clubs.
  • Van autoweg naar tram- en busbaan.
  • Privé groen openbaar → sportveldje.
  • Meer bankjes, verblijfsplekken creëren in de openbare ruimte, waar men kan rusten en samenkomen.

Dit groepje vindt het niet nodig om studenten te beschermen voor geluidsoverlast, omdat ze zonder woning sowieso nergens kunnen wonen. En in studentenhuizen is het sowieso vaak rumoerig. Prioriteit voor studenten is om érgens te wonen. Gemeente moet kiezen of je focust op families of studenten. Je kan wel clubs centreren in een gebied waar meer kantoren zijn. 

Thema: veranderende stad 

Deze groep heeft gekeken naar mobiliteit in het gebied. Zij creëren een groene omgeving in het midden van de wijk. Parkeren gebeurt ondergronds met vier verdiepingen met een gescheiden in- en uitgang. Boven op de parkeerplaats is het groen. Verkeer centreert zich aan de buitenrand door een hoofdweg. Daarmee is er een harde scheiding van verkeer aan rand en in de wijk. In de wijk zelf is het daardoor groen, met aan de buitenkant meer uitstoot. Aan de randen is hogere bouw, zodat dat als het ware een scheidingswand vormt tegen de uitstoot en verkeersgeluid. In de wijk is ruimte voor de fietser en wandelaar, gescheiden met struiken. Midden in de wijk is een dicht bosgebied met daaromheen wat opener groen met een vijver en bomen. Ook verstevigt deze groep de mobiliteit met een metro die rijdt op de trambaan. Het is geen probleem als mensen even moeten lopen, met de fiets moeten of met OV moeten om naar hun auto toe te gaan. Dus het hoeft in de toekomst niet meer allemaal naast de deur te zijn. 

Deze groep is kritisch op de intentie van de gemeente voor groen-onderhoud door bewoners zelf. Zij vinden dat de gemeente dit moet onderhouden. Bewoners kunnen wel groenstrook aanvragen bij gemeente die zij dan zelf onderhouden en die gemeente dan gratis realiseert. 

Ingrediënten ontwerp:

  • Meer groen.
  • Minder autowegen, meer voetgangerspaden.
  • Een grote ondergrondse parkeergarage.
  • Meerdere bouwlagen van de woningen aan de hoofdwegen.
  • Metrolijnen onder de grond.
  • Ondergrondse parkeerplekken. Bij panden die worden verbouwd.
  •  Fiets Voorrangswegen met tijdssloten voor voertuigen.

Onderdeel 4: afrondend gesprek 

Wie wil een auto? 
6 van de 20. 
Er is veel groen dat wordt toegevoegd aan de stad, maar niet iedereen wil het onderhouden. Wie zou bereid zijn om een rol te spelen in het onderhouden van het groen? 
3 van de 20. Idee om mensen die een baan zoeken in te huren om groen te onderhouden. Dus combineren met bewoners die vrijwillig willen bijdragen aan onderhoud van groen. Idee: neem het onderhoud van groen van studenten al op in het opleidingscurriculum, zodat mensen al jong leren hoe zij het onderhouden. En geef mensen de mogelijkheid om zelf initiatieven te doen om parkeerplekken op te geven voor groen. 
Wat vinden jullie ervan dat bewoners meer recht krijgen om mee te denken over de inrichting van de stad? 
Super belangrijk! Juist de bewoners weten wat er nodig is. Gemeente is bestuursorgaan die dichtbij bewoners zou moeten staan. Dat is niet altijd zo. Ga juist door de straat lopen en vraag aan hen wat ze belangrijk vinden. In plaats van dat zij naar jullie moeten komen. Toe-eigening is belangrijk om de stad eigen te maken. 
Hoe? 
Bijvoorbeeld enquête door de brievenbus. Bij speeltuinen zijn altijd wel moeders te vinden die iets te zeggen hebben. Of klop gewoon bij mensen aan. Organiseer avondbijeenkomsten met uitnodiging door de brievenbus. Maar zorg ook voor onlinemogelijkheden, dus hybride participatie. Richt je wel daadwerkelijk op onderwerpen die je wil behandelen. 
Is groen nou echt een belangrijk onderwerp voor de toekomst van de stad? Heeft Utrecht dat nodig? Moet het rustiger worden? 
Er zijn veel drukke gebieden met bijvoorbeeld industrie. Dat creëert veel drukte en veel voertuigen. Kijk vooral daarnaar om het te vergroenen. Veel voertuigen geven toch wel het probleem. Kijk ook naar ondergronds OV. Bovengronds OV lost niet heel veel op. Juist die rijdende voertuigen moeten minder worden. Gebruik speeltuinen ook als openbaar groen. Kijk ook naar pleinen die er zijn. Bijvoorbeeld Jaarbeurs of Vredenburg. Dit zijn allemaal betegelde pleinen. Zorg dat je dit veel meer vergroent met aandacht voor biodiversiteit. Kies bepaalde plekken uit waar je evenementen kunt houden, of organiseer die evenementen juist op hoofdwegen die dan tijdelijk worden afgesloten. 
Woningen boven clubs: wie zou er graag meer clubs en cafés willen hebben? 
6 van de 20.
Als de woningen goed geïsoleerd zijn, wil je daar dan boven wonen?  
Als je weinig hoort, zeker! Als je strompelend uit de club naar boven kan, is dat zeker welkom! 
Laatste oproep: creëer een denktank met jongeren/studenten!
Ga vaker in gesprek met studenten. Het is harstikke leuk en belangrijk. Organiseer dit regelmatig. Doe dit met elk jaar, elk opleidingsniveau en luister wat jongeren belangrijk vinden. Maak het een opdracht voor scholen, bijvoorbeeld ‘hoe verduurzaam je de stad’ (al is dit de challenge geweest). Betrek hen echt veel meer bij de ontwikkeling van de stad! Het is ook leuk om internationale studenten te betrekken, en juist de vergelijking op te zoeken met ervaringen met andere steden/landen. 

Eén van de uitdagingen waar we als gemeente voor staan, is om meer woningen te bouwen binnen de bestaande stadsgrenzen. Dat betekent dat we meer op hoogte gaan bouwen. We organiseerden een buurtborrel voor bewoners van de nieuwbouwlocatie Zijdebalen om te leren van hun ervaringen met het wonen op hoogte. In het buurtcafé spraken we met 23 bewoners.  

Vraag 1 - Hoe ervaart u het wonen in dit complex?

  • Ik heb uitzicht! Dat is een pre.
  • Weinig geluidsoverlast.
  • Ervaar het als fijn. Erg luxe om hier te kunnen wonen. Zou voor meerderen beschikbaar moeten zijn (betaalbaar).
  • Veel groene ruimte.
  • Ik moet wennen aan de yup-achtige omgeving. Er rijden bijvoorbeeld veel Tesla’s.
  • Geen doorgaand verkeer, waardoor het rustig is. Maar wel: veel sluipverkeer! (Zeedijk).
  • Superfijn! Nieuw, fris, licht, goede locatie en alle faciliteiten bij elkaar.
  • Klein, ‘opgehokt’, stenig, weinig groen, veel verlichting ’s nachts op de gang, fietsparkeeroverlast.
  • Zeer prettig. Rand binnenstad, dichtbij natuur en stad.
  • Goede balans levendig/rust. Wel veel sluipverkeer dus soms niet juiste balans.
  • Heel fijn! Locatie is fantastisch. Levendigheid is erg fijn, mix jong en oud is superleuk.
  • Balans levendig/rust is helemaal goed zo.
  • Onderhoud groen is wel een aandachtspunt.
  • Veel voorzieningen dichtbij is heel fijn.
  • Stadse drukte is fijn.
  • Veel ruimte, gevarieerde bouw. Gedeeld + eigen tuin. Fijn die ruimte ertussen.
  • In het complex zelf is weinig groen op straat.
  • Alles op loopafstand dicht bij het centrum is fijn.
  • Stad wordt wel steeds drukker. Toerisme niet altijd nodig. Levendigheid is leuk maar slaat wel door. Veel sluipverkeer in onze buurt.
  • Heel fijn, mooie appartementen.
  • Stad is wel echt een zooi. Vuilnis kan men niet altijd kwijt, papierbakken vaak vol. Ook rommelig qua fietsen. Weinig saamhorigheid.
  • Veel doorloop door hoge huurprijzen. Weinig saamhorigheid. Maar is ook wel beetje de verloedering van de huidige samenleving.
  • Onderhoud groen gebeurt maar door heel weinig mensen. Bomen staan in grind, waarom niet in groen?
  • Fijn dat het nieuw is: energielabel A, schoon, schoonmakers.
  • Wonen op hoogte is fijn, maar het geluid gaat echt omhoog. Echt een klankkast. Positief: privacy. Wel ook echt anoniem soms. Bomen kunnen helpen tegen geluid. Nu veel sluipverkeer.
  • Akoestiek campinggeval. Tuinen zijn gedeeld maar niet openbaar: dat is wel echt fijn!
  • Ook op zondag parkeer overal.
  • Community-gevoel wordt gemist hier. Fijn als zo’n buurt waar veel mensen samenkomen ook mensen laat ontmoeten. Zorg voor zo’n functie in de wijk, bijvoorbeeld in dit café door hier activiteiten te organiseren.
  • Vorm van het blok geeft idee van ‘dorpje’. Eigen appgroep is prettig.
  • Fantastisch om zoveel zonsondergangen te zien! Uitzicht is geweldig.
  • Appgroep geeft groepsgevoel en is handig en maakt het minder anoniem.
  • Dicht bij de stad en daardoor ook wel wat overlast: afval, verkeersdrukte, criminaliteit, camera’s.
  • Plezierig, centraal, goed OV.

Vraag 2a - Wat vindt u positief aan wonen op hoogte?

  • Het uitzicht, licht, alles nieuw, de binnentuin.
  • Verkeersveiligheid, lawaai.
  • Gevarieerde groep bewoners.
  • Gevoel van veiligheid als je op hogere verdieping woont: bijvoorbeeld raam open laten staan.
  • (3x apart benoemd) Uitzicht.
  • Gezamenlijk pleintje is positief voor sociale functie.
  • Pleintje in het midden zorgt voor centraal punt voor sociale activiteiten.
  • Appgroep/contact met buren. Veel buren.
  • Afwisselende bouw/soorten woningen.
  • Locatie dicht bij de stad maar zonder de drukte.
  • Zonsondergang.
  • Geen gespuis.
  • Veel sociaal contact medebewoners.
  • Verloop valt heel erg mee. Komt door fijne woningen.
  • Dichtste stukje Utrecht maar zo voelt het niet.

Vraag 2b - Wat vindt u minder prettig?

  • Verkeersoverlast.
  • Groen zit veelal aan de binnenkant/achterkant. Aan de straatkant is eigenlijk geen ‘mooiigheid’ of groen.
  • Er mag meer worden geïnvesteerd in sociale cohesie en een mix van woningen.
  • Verschillende type woningen zorgt voor verschillen in eigenaarschap.
  • Weinig groen. Pleintje had groener gemogen. Nu zoek je eerder nabijgelegen parken op.
  • Type woningen is veel hetzelfde: veel doorloop in huurwoningen waardoor je weinig binding hebt met medebewoners.
  • Lawaai van de weg als je raam open staat.
  • Binnentuin is te donker en werkt als klankkast.
  • Winderig. Onvermijdelijk bij hoogbouw, tenzij uitgekiende architectuur.
  • Op hoogte is eenzamer.
  • Vaak wat kleinere woning (minder kamers). Eengezinswoning veel meer oppervlakte/kamers.
  • Meer gezamenlijke functie van binnentuin creëren om binding en collectief onderhoud te stimuleren.
  • Opstijgend lawaai, soms zo erg dat het raam dicht moet.
  • Klankkast/gehorig.
  • Bende van fietsen, veel vuil en onkruid langs de gevel oogt niet (zeker in combinatie met afval).
  • Gordijnen moeten dicht op de begane grond.

Vraag 3 - Hoe ervaart u de leefbaarheid rondom uw complex?

  • Fijn wonen!
  • Fijn centrale ligging zonder de chaos van de stad.
  • Positief: binnentuin, eigen voordeur.
  • Buurtapp positief (delen parkeerplek bijvoorbeeld)
  • Heel goed leefbaar.
  • Goed OV, voldoende afvalpunten, maar info kan beter. Goede schoonmaak van hal etc., leuke horeca in de buurt.
  • Groen in openbare ruimte goed.

Vraag 4a - Wat zou u graag anders zien?

  • De parkeerplaats tegenover ons huis (Westerdijk) maakt het minder als ‘woongebied’ en in het weekend is deze leeg. Dat kan functioneler voor bijvoorbeeld bezoek in het weekend.
  • Verkeerslawaai. David van Mollem 30km/u. Veiligheid fiets en voetgangers moet beter!
  • Zelf tuin onderhouden.
  • Verkeerscirculatie auto.
  • Door afsluiting Zeedijk richting Adelaarsstraat gaat verkeer rechtsaf onze buurt in, terwijl het verboden is! Geeft veel sluipverkeer en bijbehorende overlast. 
  • Verkeersinrichting: sinds verandering in verkeerssituatie toegenomen sluipverkeer in de straat.
  • Zelfde voorzieningen in alle blokken (parkeerplaats bijvoorbeeld).
  • Bloemen of planten rondom bomen Zeedijk en eventueel bankjes.
  • Geluid binnentuin.
  • Buurtcentrum.
  • Meer plek voor mens en minder voor auto.
  • Punten moeten geen overlast geven. Bijvoorbeeld het deadliften in de sportschool, thuisbezorgd.
  • Meer variatie in leeftijdsopbouw. Overmaat aan ‘hardwerkenden’ belemmert meer sociaal contact. Laat thuis, vroeg weg.
  • Veel zwerfafval.
  • Noorderlicht: binnentuin wordt niet gebruikt.
  • Niet alle bewoners in VVE (Woonin, Bouwinvest). Hoe voor aanhaking zorgen?
  • Sluipverkeer.
  • Zorgen over splitsen.
  • Meer groen mag!
  • Vaker fietsen opruimen.
  • Ontwerpen voor fietsparkeren.
  • Fietsparkeren beter regelen.
  • Verspringen balkons voorkant mag ook van achteren. 
  • Geluid binnentuin.
  • Meer verticaal groen.
  • Tussentuintjes beter onderhouden en zorgen dat het geen hondentoilet wordt.

Vraag 4b - Welk advies geeft u de gemeente als het gaat om het ontwerpen van hoogbouw?

  • Goede maat.
  • Zorg voor betrokkenheid.
  • Voldoende parkeerplaatsen, ook voor bezoek.
  • Voorkom sluiproute.
  • Betaalbaarheid, mix van grote en kleine woningen, niet te hoog, fiets inpandig.
  • Gebruik nieuwbouw om meer uitstraling te geven.
  • Goede zonwering voor verkoeling ruimte.
  • Paden tussen het groen. Nu met ruimte tussen tegels waardoor veel lawaai bij bezorging/koffers etc.
  • Heb oog voor/investeer in sociale cohesie. Zorg voor buurtcoaches, ontwerp zo.
  • Tuin nauwelijks gebruikt: weinig zon, eigen balkon buiten.
  • Binnentuin gehorig, verder rustig.
  • Rijke detaillering van de gevels.
  • Minimumhoogte?
  • Kluisjes voor pakjes.
  • Tijdelijke bouw als oplossing voor acuut probleem.
  • Meer gemixt publiek zou voor meer woongenot zorgen, bijvoorbeeld kangoeroe-woning.
  • Zijn er voldoende (betaalbare) huizen voor gezinnen?
  • Zorg voor plekken voor een deelauto.
  • Kijk goed naar inrichting mobiliteitsontwerp zodat je snelheid afremt.
  • Geen winkels in woongebied is fijn.
  • Meer diversiteit woningen.
  • Plek waar je elkaar tegen kan komen, bijvoorbeeld werkplek.
  • Hoofdingang gaat naar de lift i.p.v. de trap. Gezonde optie moet voorop staan.
  • Aandacht voor eenzaamheid onder studenten. Bejaardentehuizen tegen eenzaamheid ouderen.
  • In de stad geen hoogbouw meer. Dom moet je blijven zien, dus skyline in de stad niet veranderen. Wel heel duurzame bouw.
  • Parkeren ondergronds, ook in bestaande wijken.
  • Zorg dat je parkeert aan randen en creëer een fietsbaan zodat je met de fiets naar de stad kan.
  • Bouw niet hoger dan de Dom.
  • Auto’s onder gebouwen.
  • Zorg ook voor onderhoud/camera’s.
  • Hoogbouw levert veel afval. Zorg dat je hier veel rekening mee houdt.
  • Let op wind.
  • Voorkom fietsenprobleem.
  • Houd rekening met wind tussen gebouwen door.
  • Op straat moet je kunnen spelen, ontmoeten en verblijven. Functies zoals parkeren ondergronds.
  • Het is voor studenten niet te betalen. Juist die mix tussen mensen is leuk. Zorg dat men kan wonen in Utrecht. Zorg voor sociale cohesie.
  • Denk in buurten. Zorg dat men zich verantwoordelijk voelt voor de buurt.
  • Maak goede afspraken met bijv. sportclub over geluidsnormen.
  • Veel (kelder) parkeergelegenheid.
  • Parkeerplek met mogelijkheid tot elektrisch laden, ook voor huur.
  • Houd rekening met opstijgend lawaai tussen hoge gebouwen.
  • P&R buiten de stad.
  • Voorkom sluipverkeer.
  • Veel speeltuinen voor de kinderen.
  • Voorzieningen om de hoek.
  • Veel groen en minder parkeerplekken.
  • Deelbakfietsen is een plus. Geen fietsparkeren.

Over de stedenbouwvisie

De gemeente legt vast welke wensen we hebben over de inrichting van straten, buurten en de stad. Dat doen we in een stedenbouwvisie. Die gaat ook over waar voorzieningen moeten komen, zoals parken en winkels. Typisch onderwerpen waar Utrechters een mening over hebben. Daarom vragen we naar die mening en gaan we in gesprek.

In de visie staat ook wat we bedoelen met leefbaarheid, kwaliteit, efficiënt ruimtegebruik en goede architectuur. Het beschrijft hoe we de toekomst van de stad zien. We gebruiken de stedenbouwvisie om plannen te maken. Maar ook om nieuwe ontwikkelingen en projecten te beoordelen.

Begin 2024 moet de stedenbouwvisie klaar zijn. We gebruiken hiervoor ook de Ruimtelijke strategie Utrecht 2040 (RSU 2040). De RSU 2040 is de basis en beschrijft de koers van de stad. Deze werken we verder uit in de stedenbouwvisie.

Planning

De stedenbouwvisie gebruiken we om te sturen op kwaliteit en leefbaarheid bij gebiedsontwikkelingen en projecten. We maken de stedenbouwvisie samen met u. Daarvoor volgen we de volgende stappen.

Wat gebeurt wanneer?
WanneerWat
Zomer 2023Ronde 1: ophalen behoeften, wensen en ideeën. Dit doen we online én offline.
Zomer 2023Resultaten onderzoeken en ronde 2 voorbereiden.
Najaar 2023Ronde 2: verdiepende gesprekken om uitkomsten van ronde 1 te bespreken en mogelijke oplossingen te toetsen.
Eind 2023-begin 2024Verwerken resultaten en opstellen van de stedenbouwvisie.
2024Aanbieden visie aan de gemeenteraad. Uiteindelijk beslist de gemeenteraad over de stedenbouwvisie.

Hulp en contact Toekomstgesprekken

Telefoon

14 030

E-mail

toekomstgesprekken@utrecht.nl