Stappenplan kabel en leidingvergunning

U gaat in de openbare ondergrond aan het werk met kabels of leidingen: aanleggen, onderhouden, instandhouden of verwijderen. Dan hebt u een vergunning of instemmingsbesluit nodig.

De ruimte in de ondergrond wordt steeds krapper. De gemeente controleert of het ondergrondse netwerk van kabels en leidingen overzichtelijk blijft, of nieuwe aanleg niet voor problemen zorgt en bepaalt de regels voor, en houdt toezicht op, het werken in de ondergrond.

Let op: we (toezichthouder) kunnen de werkzaamheden stilleggen als u de regels niet volgt.

Welke vergunning hebt u nodig?

U vraagt een kabel- en leidingvergunning klein (werkzaamheden van niet-ingrijpende aard) aan als het tracé waar u gaat werken niet langer is dan 25 meter én u binnen 3 kalenderdagen klaar bent. U gebruikt ook geen boring of persing, u (ver)plaatst geen objecten en het graafgebied ligt buiten de binnenstad (inclusief het stationsgebied) (Bijlage 3), aan het hoofdwegennet (Bijlage 4), of in of nabij een winkelgebied (Bijlage 3). In alle andere gevallen vraagt u een kabel- en leidingvergunning groot aan.

U vraagt een vergunning aan als u werk doet voor nutsvoorzieningen zoals: elektra, (aard)gas, warmte, water, riolering, openbare verlichting (OV) of verkeersregelinstallaties (VRI). U vraagt om een instemmingsbesluit als u werk doet voor telecomkabels zoals: koper, cai, coax, glasvezel. Voor de leesbaarheid spreken we op deze pagina ook over een ‘vergunning’ als we ‘instemming’ of ‘instemmingsbesluit’ bedoelen volgens de Telecommunicatiewet.

Voorbereiden voor aanvraag

Indien u (graaf)werkzaamheden verricht rondom bomen dient u rekening te houden met aanvullende maatregelen en eisen. Er wordt, naast de algemene voorschriften (Handboek kabels en leidingen; artikel 9.1 & 9.2), onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden in of nabij een kwetsbare boomzone met een grote impact op de leefbaarheid van bomen (Handboek kabels en leidingen; artikel 9.3) en werkzaamheden met een beperkte impact op de leefbaarheid van bomen (Handboek kabels en leidingen; paragraaf 9.4). Voor werkzaamheden met een grote impact dient een ‘Werkplan bomen - kabels en leidingen’ te worden opgesteld middels een gezamenlijke voorschouw met de toezichthouder. Dit goedgekeurde werkplan dient met de aanvraag van de vergunning of instemming te worden ingediend. De gemeente stuurt een link met daarop kwetsbare boomzones met gemeentelijke bomen.

Voordat u een ontwerp maakt stemt u, op eigen initiatief, af met de belanghebbenden in de omgeving. Bij een nieuwbouw, sloop, herinrichting, reconstructie of herontwikkeling overlegt u met de andere netbeheerders, de eigenaar die de grond exploiteert en de gemeente over gezamenlijke aanleg, aanpassing of verlegging.

In het Grote werken overleg wisselen de netbeheerders en de gemeente ervaringen en informatie uit over de planning van de komende vijf jaar. Het doel is om waar mogelijk werkzaamheden gezamenlijk uit te voeren ten behoeve van kostenbesparing en overlast in de openbare ruimte te minimaliseren. In het Nutscoördinatie overleg worden algemene zaken behandeld die spelen binnen GU en tussen GU en de netbeheerders met betrekking tot kabels en leidingen.

Bij diverse projecten vraagt de gemeente u om uw plan te presenteren voordat u de vergunning of instemming aanvraagt. Dit is een gesprek met een plantoetser en een toezichthouder van de gemeente over de voorgenomen werkzaamheden in de ondergrond, beperkingen bij bomen, bereikbaarheid hulpdiensten, bewoners, winkels en bedrijven. Vóór het vooroverleg stuurt u de tekeningen van het conceptracé naar de gemeente. Het vooroverleg is verplicht als het tracé:

  • Het tracé ligt in de binnenstad (inclusief het stationsgebied) (Bijlage 3), aan het hoofdwegennet (Bijlage 4), of in of nabij een winkelgebied (Bijlage 3) én de werkzaamheden duren langer dan 3 kalenderdagen
  • Werkzaamheden die betrekking hebben op de energietransitie
  • er is weinig ruimte onder de grond, bijvoorbeeld in vooroorlogse wijken of wijken met smalle trottoirs
  • De lengte van het tracé is langer dan 1000 meter (1 kilometer)

U kunt via vooroverlegplantoetsing@utrecht.nl een vooroverleg per locatie met kenmerknummer aanvragen. Voorafgaand aan dit overleg dient u een concepttracé toe te sturen.

Op werkzaamheden in of met verontreinigde grond is naast de relevante wet- en regelgeving de CROW publicatie 400 ‘Werken in en met verontreinigde bodem’ van toepassing. De netbeheerder werkt altijd volgens de meest recente versie van deze richtlijnen.

Bij de gemeente Utrecht kan de aanwezige (historische) bodeminformatie worden aangevraagd op het digitale bodemloket.

Werkzaamheden in (verontreinigde) grond of grondwater moeten worden gemeld via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Aanvraag

Voor het kappen of snoeien van bomen in de openbare ruimte heeft u een kapvergunning nodig. Het vellen of beschadigen van bomen is illegaal. Er geldt ook sinds 2018 een gemeentelijke herplantplicht. In geval van calamiteiten gelden andere procedures.

  • De plaats van (nieuwe) bovengrondse voorzieningen in de openbare ruimte die onderdeel zijn van een kabel- of leidingnetwerk, maakt u duidelijk door deze eenvoudig in een concept visuele weergave van de inpassing weer te geven (bijv. foto). Daarnaast geeft u de locatie exact aan in de plattegrond. U voegt ook specificaties toe van de afmetingen en (RAL-)kleur van de objecten (conform Handboek Openbare Ruimte; HOR)

De gemeente Utrecht wil de objecten zoveel mogelijk uit het zicht plaatsen. Indien mogelijk plaatst u bovengrondse voorzieningen bij voorkeur inpandig met toegang naar de straat. Richtlijnen voor plaatsing, in afnemende voorkeur:

  • Inpandig
  • Niet te zien vanuit de openbare ruimte: op een binnenterrein tegen de bebouwing aan of op een stukje groen
  • Binnen de rooilijn: tegen bestaande bebouwing aan op een bestaande verharde plek (met dezelfde soort stenen ommetseld) of op een stukje groen. Vrijstaand van bestaande bebouwing op een verharde plek of op een stukje groen
  • Gecombineerde functie (bijv. met horeca, duurzame uitstraling)
  • Clustering bij andere infrastructuur (bijv. ondergrondse afval containers, laadpalen)
  • Vrijstaand uit de rooilijn op verharde plekken (bijv. betreedbaar station, ommetseld met zelfde soort stenen) of op een stukje groen (bijv. met bijzondere schil).

Dit geldt voor het gebied Leidsche Rijn en toekomstige nieuwbouw- of andere uitbreidingsplannen. Bij het ontwikkelen van nieuw gebied wordt een strook vastgesteld, waar de kabels en leidingen op een vastgestelde plek in het dwarsprofiel moeten gaan liggen. De gemeente De gemeente stuurt een link met daarop dit ‘Groene tracé’.

U dient het verkeersplan in volgens de meest recente richtlijnen Standaard RAW bepalingen en de daaraan verbonden CROW uitgaven 96b (en/of 96a) bij uw vergunning of instemmingsaanvraag. In het verkeersplan staan o.a. de afzettingen en bijbehorende tijdelijke bebordingen, verkeersregelaars en eventuele omleidingen duidelijk weergegeven.

Bij projecten die grote (verkeers)hinder veroorzaken nodigt het Kernteam Tijdelijke Verkeersmaatregelen (KTV) van Tijdelijke Verkeersmaatregelen Utrecht (TVU) u uit voor een bespreking, tenzij anders overeengekomen met de toezichthouder. Het aanmeldformulier kan worden opgevraagd bij tijdelijkeverkeersmaatregelen@utrecht.nl en dient duidelijk en volledig te worden aangeleverd.

Indien er werkzaamheden plaatsvinden in de binnenstad (inclusief het stationsgebied) (Bijlage 3), aan het hoofdwegennet (Bijlage 4), of in of nabij een winkelgebied (Bijlage 3) is het noodzakelijk om een BLVC- of BLVC-light plan aan te leveren. In deze gebieden is het mogelijk om een BLVC-light plan aan te leveren indien het kleine werken (<100 m) betreft die niet langer dan 5 kalenderdagen duren. Een specificatie van een BLVC plan en BLVC-light plan is te vinden in Bijlage 5 van het Handboek kabels en leidingen.

Indien graafwerkzaamheden boven werf-, straat-, en kluiskelders (hierna “werfkelders”) en het gebied 5 meter aan de buitenzijden van die kelders plaatsvinden zijn extra werkinstructies en voorschriften van toepassing. Een specificatie hiervan is te vinden in artikel 8.8 van het Handboek kabels en leidingen. 

Voordat u de vergunningaanvraag indient, kijkt u op de globale archeologische waardenkaart. Op de waardenkaart is door kleuren weergegeven welke archeologische waarde of verwachting een gebied heeft en bij welk grondwerk een omgevingsvergunning in verband met de bescherming van archeologische waarden benodigd is. Voor specifieke adressen of percelen kijkt u op de Regels op de Kaart (Omgevingsloket). Vervolgens gaat u naar CHW Bestemmingsplan algemene regels, waarna een code (1 t/m 6) met de archeologische (verwachtings)waarde wordt weergegeven. In de sectie ‘regels’ staat nader weergegeven welke voorwaarden hieraan worden gesteld.

De archeologievergunning moet worden aangevraagd via het Omgevingsloket; terrein inrichten of veranderen/ werk of werkzaamheden uitvoeren.

Om te kunnen toetsen of een omgevingsvergunning in verband met de bescherming van archeologische waarden noodzakelijk is, dienen de benodigde gegevens te worden opgestuurd aan archeologie@utrecht.nl.

Voor het verstoren van een archeologisch rijksmonument door grondwerk (ook onder water) is altijd een monumentenvergunning van het rijk nodig. Deze rijksmonumenten zijn te vinden op de website Archeologie in Nederland – AMK en IKAW. Hiervoor kan contact worden opgenomen met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 033-4217456.

U inventariseert zelf of er, naast de vergunning of het instemmingsbesluit, andere vergunningen (bijvoorbeeld een APV of omgevingsvergunning), meldingen, ontheffingen of toestemmingen benodigd zijn en zorgt ervoor dat deze separaat en tijdig aangevraagd worden (zoals Prorail, HDSR, Provincie, Rijkswaterstaat, Gasunie etc.) Eventueel kan hiervan een kopie worden gevraagd door vergunning- of instemmingverlener.

Vergunning aanvragen

Vraag vergunning aan

Na aanvragen vergunning

De netbeheerder overtuigt zich voor de start van de werkzaamheden van de plaats van alle in de openbare gronden van het werk gelegen kabels en leidingen conform WIBON. Hiertoe worden in het beoogde tracé proefsleuven gegraven door de netbeheerder. De toezichthouder geeft advies voor het doen van proefsleuven, als het gaat om proefsleuven in de binnenstad en/of vooroorlogse wijken, waarbij weinig ruimte is in de ondergrond.

Voor start werk

Omwonenden informeren, zie artikel 4.4. lid 5 van het Handboek kabels en leidingen

Melding start werk aan toezichthouder, zie artikel 4.2 lid 1 en lid 5 Handboek kabels en leidingen.

Uitvoering

Breekverbod, zie artikel 4.4 Handboek kabels en leidingen.

Overlastbeperking, zie artikel 3.3 Handboek kabels en leidingen

Werken rondom bomen in Utrecht, zie artikel 9.1 tot en met 9.4 Handboek kabels en leidingen.

Ook kunt u een toolbox “Werken rondom bomen in Utrecht” opvragen bij team Ondergrond via toezichtondergrond@utrecht.nl.

Als het tracé door beplanting loopt, verwijdert u met zorg de beplanting en voert die af, of u zet die terug in overleg met de toezichthouder. De gemeente zorgt in het juiste seizoen voor nieuwe beplanting in openbaar groen en in bermen op kosten van de netbeheerder. Met betrekking tot geveltuintjes bent u niet aansprakelijk voor eventuele beschadiging of tijdelijke verwijdering.

Schade, zie artikel 5.2 Handboek kabels en leidingen.

Aansprakelijkheid, zie artikel 5.1 Handboek kabels en leidingen.

Bij (grootschalige) projecten die een bovengemiddelde impact hebben op de openbare ruimte en de veiligheid van de leefomgeving, kan er op initiatief van de toezichthouder op regelmatige tijden een voortgangsoverleg met alle betrokken partijen worden vereist. De notulen van dit overleg worden, per project te bepalen, beoordeeld en vastgesteld door de vergadering en binnen 5 werkdagen naar de deelnemers toegestuurd.

Indien u de voorschriften uit de Verordening ondergrond: kabels, leidingen en boomwortels gemeente Utrecht, de vergunning, het instemmingsbesluit, of het Handboek kabels en leidingen niet naleeft, of gemaakte afspraken negeert, kan de toezichterhouder bij onveilige situaties maatregelen verplichten of de werkzaamheden stil leggen.

Overlast en hinder beperken, zie artikel 3.3 lid 7 Handboek kabels en leidingen.

Ontgravingen dichten, zie artikel 3.3 lid 6 Handboek kabels en leidingen.

Ondergrondse ruimtelijke ordening, zie artikel 12 lid 2 Handboek kabels en leidingen.

Afronding, einde werk

Als u verwacht dat het werk langer gaat duren dan in de vergunning staat, meldt u dit schriftelijk aan de vergunningverlener bij de gemeente. U hoort dan van de gemeente of u het werk mag afmaken of op een latere datum moet afmaken. Ook informeert u de belanghebbenden en omwonenden over de uitloop van het werk. Calamiteiten uitgezonderd.

Nadat u de kabels of leidingen heeft gelegd, vult u de sleuf aan en verdicht u de grond in lagen van 30 centimeter. U herstelt zo goed mogelijk de oorspronkelijke profielopbouw. U brengt geen bevroren grond of zand, sneeuw, (groen)afval, klei en puin terug in de sleuf. U vult aan met zand onder open verharding, fundering onder gesloten verharding en teelaarde onder groen. U verdicht en doet de controle op het aanvullen en verdichten van de sleuven. Als de toezichthouder hierom vraagt levert u de gegevens over die controle. U past uw werkwijze boven werfkelders aan, zodat er geen schade ontstaat.

Als uw werk meerdere dagen duurt en de gemeente is niet in de gelegenheid het straatwerk meteen na uw werkzaamheden te herstellen, legt u de verharding in de binnenstad (tijdelijk) op dezelfde dag terug en in de rest van de gemeente binnen 2 werkdagen.

Als u wilt werken in een gebied waar in de afgelopen 3 jaar groot onderhoud of een herinrichting is geweest, dan kan de gemeente u verplichten om de hele stoep te herstellen met de bijbehorende kosten. 

U voert vrijgekomen asfalt af. U herstelt de fundering van sleuven in asfalt en sierbestrating goed. Sleuven in asfalt maakt u tijdelijk dicht met betonstenen. De gemeente herstelt later op uw kosten.

U mag niet zonder duidelijke toestemming van het college van B en W op zaterdagen, zondagen en nationale feestdagen werkzaamheden uitvoeren in de openbare ruimte. Uitzondering hierop is het verhelpen van storingen. U werkt de sleuf, inclusief verharding, volledig af en u mag geen puin of afval binnen de werkomgeving achterlaten.

Op vrijdag, de dag vóór een nationale feestdag of een vakantieperiode stopt u met het graven van sleuven en het trekken of leggen van kabels of leidingen binnen de gemeente Utrecht. U vult de sleuf aan, verdicht en brengt de verharding weer aan. Uiterlijk om 16:00 uur bent u klaar en heeft u de werkomgeving opgeruimd.

U kunt de gemeente vragen om bij grote projecten te besluiten dat u de openbare grond zelf in de oude staat terug mag brengen. Dit kan bij projecten met een aaneengesloten tracélengte van meer dan 30 km, of met een verwacht schadebedrag aan de openbare ruimte van meer dan €1 miljoen op basis van tarief B1. Dit wijkt af van de hoofregel dat de grond na beëindiging van graafwerkzaamheden door de gemeente in de oude staat wordt teruggebracht. Dit leggen we vast in de vergunning of het instemmingsbesluit. De eisen voor het terugbrengen van de grond in de oude situatie staan in Handboek bijlage 7. U moet zich houden aan deze eisen.

Administratie na einde werk

Als u klaar bent meldt u de straatwerkbon binnen 15 dagen af in LTC. U krijgt van de gemeente een factuur voor het herstel van het aantal vierkante meter dat u heeft opengebroken. U moet ook een bon inleveren als er niets is opgebroken (nul bon).

Hulp en contact Kabels en leidingen

Telefoon

14 030

E-mail

kabels.en.leidingen@utrecht.nl

Bezoekadres

(alleen op afspraak)
Stadskantoor:
Stadsplateau 1
3521 AZ  Utrecht