Herdenking tramaanslag 18 maart 2019

Toespraak burgemeester Sharon Dijksma

Utrecht, 24 Oktoberplein, maandag 18 maart 2024

Beste mensen,

Vijf jaar geleden gebeurde op deze plek het onvoorstelbare. In sneltram 61 begon een man om zich heen te schieten. "Dit is een grap", zo dachten sommigen. Andere ooggetuigen beschreven de gebeurtenissen als "onwerkelijk, alsof het allemaal niet echt gebeurde". 

Zo is er het verhaal van Eline. Zij zat achterin de tram, wist eruit te springen, maar kwam ongelukkig terecht en verstuikte haar enkel. 
Toen ze al kruipend weg probeerde te komen, werd ze in haar rug geraakt. Eline kon gewoon niet geloven wat er gebeurd was. 
Terwijl ze hier gewond op de grond lag, kneep ze zichzelf de hele tijd in haar vinger. Om zichzelf er maar van te overtuigen dat het echt was. 

Uiteindelijk kostte die brute aanslag 4 onschuldige mensen het leven. Roos, Daniël, Rinke en Willem. Bij hun nabestaanden overheerste die eerste uren en dagen na de tramaanslag ook het ongeloof. Dat je geliefde op zo’n wrede manier van je afgenomen wordt is niet te bevatten. Na het ongeloof kwam er boosheid. Heel veel boosheid. En vervolgens het verdriet en het gemis. 

Een gemis dat voor sommigen alleen maar groter is geworden. Het gaat nooit meer weg. Voor veel van de betrokkenen is het nog iedere dag 18 maart 2019.

Nabestaanden die met verjaardagen en feestdagen een lege plek aan tafel hebben. Ooggetuigen en hulpverleners die worstelen met nachtmerries, met beelden die ze nooit meer vergeten en nog altijd het openbaar vervoer mijden. De impact van de tramaanslag was – én is – niet te onderschatten. Bjarne was één van de ooggetuigen. Hij hielp mee om Eline in veiligheid te brengen en werd daarbij beschoten.
Bjarne omschreef die impact heel treffend – en ik citeer:

"Ik ben weer opgekrabbeld, maar de deuk die ik door de tramaanslag heb opgelopen, gaat niet meer weg."

Net zoals de tramaanslag voor de stad een open zenuw is. Utrecht is op die dag haar onschuld kwijtgeraakt. Opeens was daar het besef dat een terroristische aanslag niet alleen iets van ver weg is. Op een plek waar je jezelf veilig zou moeten voelen, gebeurde het ondenkbare. Wat we niet voor mogelijk hielden, gebeurde hier echt. 

Claudia de Breij schreef daags na de tramaanslag het volgende: 

Het hart van het land heeft gebloed
Het hart van het land is beschadigd geraakt
Maar het hart van het land klopt 
Het hart van het land klopt nog goed

Dat laatste bleek in de dagen en weken na de tramaanslag. De manier waarop we in Utrecht na deze verschrikkelijke gebeurtenis schouder aan schouder de slachtoffers herdachten en in stilte een vuist maakten tegen deze terreurdaad, maakte veel indruk.

De manier waarop de hulpdiensten op die dag snel, adequaat en doortastend hebben gehandeld is bewonderenswaardig.

Ja, het ongeloof over de gebeurtenissen van toen is er nog altijd. Maar de manier waarop we er in Utrecht mee om zijn gegaan, geeft geloof in de veerkracht en solidariteit van onze gemeenschap. 

Ook vandaag staan we naast de slachtoffers van de tramaanslag. Denken we aan Roos, Daniël, Rinke en Willem. Omdat wij hen niet willen vergeten.  Vandaag denken we aan deze 4 mensen. Maar ook aan hen die gewond raakten, getuige waren of op allerlei manieren hulp kwamen bieden.

Ik wil jullie nu vragen om een minuut stilte. Ter nagedachtenis van de slachtoffers van de tramaanslag op 18 maart 2019.

Dank jullie wel.